NJ 2013/51
Geen vordering krachtens wettelijk voorschrift cfm art. 184 Sr bij vragen naar reisdoel in het kader van 100%-controle Schiphol
HR 03-07-2012, ECLI:NL:HR:2012:BW3332, m.nt. P.A.M. Mevis
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 juli 2012
- Magistraten
Mrs. Van Dorst, De Savornin Lohman, Buruma
- Zaaknummer
S 11/00504
- Conclusie
A-G mr. J. Silvis
- Noot
P.A.M. Mevis
- LJN
BW3332
- JCDI
JCDI:ADS127581:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BW3332, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑07‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BW3332, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑07‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑04‑2011
- Wetingang
Essentie
Van een vordering krachtens wettelijk voorschrift cfm art. 184 Sr bij de vragen naar het reisdoel in het kader van een 100%-controle op Schiphol is geen sprake nu de tenlastelegging inhoudt dat het daarin genoemde bevel of vordering is gedaan krachtens art. 14 CDW en deze bepaling niet inhoudt dat de douaneautoriteiten bevoegd zijn tot het geven van een bevel of het doen van een vordering om “medewerking te verlenen aan een controle”, zoals is tenlastegelegd.
Samenvatting
De tenlastelegging is toegesneden op art. 184 lid 1 Sr. Die bepaling eist een “krachtens ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.