Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling belastingen op milieugrondslag
Artikel 20
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
31-12-2018, Stcrt. 2018, 72059 (uitgifte: 31-12-2018, regelingnummer: IZV 2018-0000208765)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-12-2018, Stcrt. 2018, 72059 (uitgifte: 31-12-2018, regelingnummer: IZV 2018-0000208765)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Milieubelastingen / Algemeen
Milieubelastingen / Energiebelasting
1.
Als tuinbouwproducten als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de wet worden aangemerkt groenten, fruit en sierteeltproducten.
2.
De tarieven, genoemd in artikel 60, eerste lid, van de wet, vinden slechts toepassing indien de leverancier per aansluiting een door de verbruiker ondertekende verklaring kan overleggen waaruit blijkt dat deze het aardgas gebruikt voor verwarming ter bevordering van het groeiproces van tuinbouwproducten, en waarin voorts zijn vermeld:
- a.
de dagtekening;
- b.
de naam en het adres van de verbruiker, en
- c.
de naam en het adres van de leverancier.
3.
De verklaring, bedoeld in het tweede lid, heeft betrekking op al het via de aansluiting aan de verbruiker geleverde aardgas. Indien slechts een deel van dat aardgas wordt gebruikt voor het in het tweede lid vermelde doel, wordt dit in de verklaring vermeld en wordt dat deel uitgedrukt in een percentage van het geheel.
4.
Indien een gegeven als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b of c, of in het derde lid wijzigt, geeft de verbruiker binnen zes weken een nieuwe verklaring af aan de leverancier.
5.
De verbruiker trekt de verklaring binnen zes weken schriftelijk in, indien het door hem afgenomen aardgas niet langer wordt gebruikt voor verwarming ter bevordering van het groeiproces van tuinbouwproducten. In de te ondertekenen verklaring wordt de datum van wijziging van gebruik opgenomen.
6.
Onder verwarming ter bevordering van het groeiproces van tuinbouwproducten als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de wet, wordt verstaan het verwarmen van kassen waarin tuinbouwproducten worden gekweekt. Als verwarming ter bevordering van het groeiproces van tuinbouwproducten wordt mede aangemerkt:
- –
de verwarming van bloembollenschuren voor bloemknopbevordering en kwaliteitsbehandeling van de bloembollen;
- –
de verwarming van de grond via een buizennet voor de behandeling van bloembollen;
- –
de verwarming voor de teelt en het drogen van tuinbouwzaden;
- –
de verwarming voor het prepareren van plantuitjes met het doel de kwaliteit van consumptie-uitjes te verbeteren;
- –
de opwekking van stoom voor het ontsmetten van tuinbouwgronden;
- –
de opwekking van stoom voor het kiemvrij maken van mest die wordt gebruikt voor het kweken van champignons;
- –
de verwarming van champignoncellen;
- –
de bestrijding van nachtvorst in boomgaarden met behulp van kachels;
- –
de verwarming voor het forceren van asperges, rabarber en witlof;
- –
de verwarming voor het in cellen in bloei trekken van trekheesters;
- –
de verwarming voor het prepareren van aardbeiplanten.