Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/399 betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode)
Artikel 2 Definities
Geldend
Geldend vanaf 10-07-2024
- Bronpublicatie:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1717 (uitgifte: 20-06-2024, regelingnummer: 2024/1717)
- Inwerkingtreding
10-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1717 (uitgifte: 20-06-2024, regelingnummer: 2024/1717)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Grensbewaking
In deze verordening wordt verstaan onder:
- 1.
‘binnengrenzen’:
- a)
de gemeenschappelijke landgrenzen, daaronder begrepen rivier- en meergrenzen, van de lidstaten;
- b)
de luchthavens van de lidstaten voor de interne vluchten;
- c)
de zee-, rivier- en meerhavens van de lidstaten voor de regelmatige interne veerverbindingen;
- 2.
‘buitengrenzen’: de landgrenzen, met inbegrip van de rivier- en meergrenzen, de zeegrenzen alsmede de lucht-, rivier-, zee- en meerhavens van de lidstaten, voor zover zij geen binnengrenzen zijn;
- 3.
‘interne vlucht’: een vlucht met vertrek en bestemming uitsluitend op het grondgebied van de lidstaten zonder tussenlanding op het grondgebied van een derde land;
- 4.
‘regelmatige interne veerverbinding’: een veerverbinding tussen dezelfde twee of meer havens op het grondgebied van de lidstaten waarbij geen havens buiten het grondgebied van de lidstaten worden aangedaan en waarbij personen en voertuigen worden vervoerd volgens een gepubliceerde dienstregeling;
- 5.
‘personen die onder het Unierecht inzake vrij verkeer vallen’:
- a)
de burgers van de Unie in de zin van artikel 20, lid 1, VWEU en de in Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad (1) bedoelde onderdanen van derde landen die familielid zijn van een burger van de Unie die zijn recht van vrij verkeer uitoefent;
- b)
de onderdanen van derde landen en hun familieleden die, ongeacht hun nationaliteit, uit hoofde van overeenkomsten tussen de Unie en haar lidstaten enerzijds, en die landen anderzijds, rechten inzake vrij verkeer genieten die gelijkwaardig zijn aan die van de burgers van de Unie;
- 6.
‘onderdaan van een derde land’: eenieder die geen burger van de Unie is in de zin van artikel 20, lid 1, VWEU en niet onder de toepassing van punt 5 valt;
- 7.
‘met het oog op weigering van toegang gesignaleerde persoon’: een onderdaan van een derde land die overeenkomstig en voor de doelstellingen van artikelen 24 en 26 van Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad (2) gesignaleerd staat in het Schengeninformatiesysteem (hierna ‘SIS’ genoemd);
- 8.
‘grensdoorlaatpost’: een door de bevoegde autoriteiten voor overschrijding van de buitengrenzen aangewezen doorlaatpost;
- 9.
‘gemeenschappelijke grensdoorlaatpost’: iedere op het grondgebied van een lidstaat of het grondgebied van een derde land gelegen grensdoorlaatpost waar grenswachters van de betrokken lidstaat en van het betrokken derde land na elkaar uitreis- en inreiscontroles verrichten overeenkomstig hun nationale recht en uit hoofde van een bilaterale overeenkomst;
- 10.
‘grenstoezicht’: de overeenkomstig en voor het doel van deze verordening aan een grens uitgevoerde activiteit die uitsluitend wegens de voorgenomen of daadwerkelijke grensoverschrijding en dus niet om andere redenen wordt verricht, en die bestaat in controle en bewaking van de grens;
- 11.
‘grenscontroles’: de controles die aan de grensdoorlaatposten worden verricht om na te gaan of de betrokken personen, hun vervoermiddelen en de voorwerpen in hun bezit het grondgebied van de lidstaten mogen binnenkomen dan wel verlaten;
- 12.
‘grensbewaking’: de bewaking van de grenzen tussen de grensdoorlaatposten en de bewaking van de grensdoorlaatposten buiten de vastgestelde openingstijden, met inbegrip van preventieve maatregelen, om te voorkomen of vast te stellen dat onrechtmatige grensoverschrijdingen plaatsvinden of dat personen zich aan de grenscontroles onttrekken, bij te dragen tot een groter situationeel bewustzijn, grensoverschrijdende criminaliteit te bestrijden en maatregelen te nemen tegen personen die de grens illegaal hebben overschreden;
- 13.
‘tweedelijnscontrole’: een verdere controle die op een speciale locatie kan worden verricht, apart van de locatie waar iedereen wordt gecontroleerd (eerste lijn);
- 14.
‘grenswachter’: overheidsbeambte die overeenkomstig het nationale recht werkzaam is bij een grensdoorlaatpost, langs de grens of in de onmiddellijke nabijheid daarvan, en die overeenkomstig deze verordening en het nationale recht het grenstoezicht uitoefent;
- 15.
‘vervoerder’: een natuurlijke of rechtspersoon die beroepsmatig personen vervoert;
- 16.
‘verblijfsvergunning’:
- a)
de door de lidstaten overeenkomstig het uniforme model van Verordening (EG) nr. 1030/2002 van de Raad (3) afgegeven verblijfsvergunningen en de op grond van Richtlijn 2004/38/EG afgegeven verblijfskaarten;
- b)
de overige door een lidstaat aan onderdanen van derde landen afgegeven documenten die recht geven op verblijf op zijn grondgebied en die het voorwerp zijn geweest van achtereenvolgens een kennisgeving en bekendmaking overeenkomstig artikel 39, met uitzondering van:
- i)
tijdelijke vergunningen die hangende de behandeling van een eerste aanvraag van een verblijfsvergunning als bedoeld onder a) of van een asielverzoek worden afgegeven, en
- ii)
door de lidstaten overeenkomstig het uniforme model van Verordening (EG) nr. 1683/95 van de Raad (4) afgegeven visa;
- 17.
‘cruiseschip’: een vaartuig dat een route volgt volgens een van tevoren vastgesteld programma dat toeristische activiteiten in de verschillende havens omvat en waarbij tijdens de reis in beginsel geen passagiers in- of ontschepen;
- 18.
‘pleziervaart’: het gebruik van pleziervaartuigen voor sport of toerisme;
- 19.
‘kustvisserij’: het voor de visvangst gebruiken van vaartuigen die dagelijks of binnen de 36 uur in een op het grondgebied van een lidstaat gelegen haven terugkeren zonder daarbij een in een derde land gelegen haven aan te doen;
- 20.
‘offshorewerknemer’: een persoon die werkt op een offshore-installatie die in de territoriale wateren ligt of in een door de lidstaten geëxploiteerde exclusieve economische zone, zoals die term is vastgelegd in het internationaal zeerecht, en die regelmatig over zee of door de lucht naar het grondgebied van de lidstaten terugkeert;
- 21.
‘gevaar voor de volksgezondheid’: elke potentieel epidemische ziekte zoals gedefinieerd in de Internationale Gezondheidsregeling van de Wereldgezondheidsorganisatie, en andere infectieziekten of besmettelijke parasitaire ziekten, voor zover het gastland beschermende regelingen treft ten aanzien van de eigen onderdanen;
- 22.
‘inreis-uitreissysteem (EES)’: het systeem dat is ingesteld bij Verordening (EU) 2017/2226 van het Europees Parlement en de Raad (5);
- 23.
‘zelfbedieningssysteem’: een geautomatiseerd systeem voor de gehele of gedeeltelijke uitvoering van de op een persoon toepasselijke grenscontroles dat kan worden gebruikt voor het vooraf registreren van gegevens in het EES;
- 24.
‘e-gate’: elektronisch gestuurde infrastructuur op de plaats waar de daadwerkelijke overschrijding plaatsvindt van een buitengrens of een binnengrens waar de controles nog niet zijn opgeheven;
- 25.
‘geautomatiseerd grenscontrolesysteem’: een systeem dat geautomatiseerde grensoverschrijding mogelijk maakt en bestaat uit een zelfbedieningssysteem en een e-gate;
- 26.
‘bevestiging van de echtheid en de integriteit van de gegevens op de chip’: het proces waarbij aan de hand van certificaten wordt geverifieerd of de gegevens op de elektronische gegevensdrager (chip) afkomstig zijn van de autoriteit van afgifte en niet zijn gewijzigd.
- 27.
‘grootschalige noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid’: een op Unieniveau door de Commissie erkende noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid, rekening houdend met informatie van de bevoegde nationale autoriteiten, waarbij een ernstige grensoverschrijdende bedreiging van de gezondheid grootschalige gevolgen kan hebben voor het uitoefenen van het recht van vrij verkeer;
- 28.
- 29.
‘niet-essentiële reizen’: andere reizen dan essentiële reizen;
- 30.
‘vervoersknooppunten’: luchthavens, zee- of binnenvaarthavens, trein- of busstations, en vrachtterminals..
Voetnoten
Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van de Richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148/EEG, 75/34/EEG, 75/35/EEG, 90/364/EEG, 90/365/EEG en 93/96/EEG (PB L 158 van 30.4.2004, blz. 77).
Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4).
Verordening (EG) nr. 1030/2002 van de Raad van 13 juni 2002 betreffende de invoering van een uniform model voor verblijfstitels voor onderdanen van derde landen (PB L 157 van 15.6.2002, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1683/95 van de Raad van 29 mei 1995 betreffende de invoering van een uniform visummodel (PB L 164 van 14.7.1995, blz. 1).
Verordening (EU) 2017/2226 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2017 tot instelling van een inreis-uitreissysteem (EES) voor de registratie van inreis- en uitreisgegevens en van gegevens over weigering van toegang ten aanzien van onderdanen van derde landen die de buitengrenzen van de lidstaten overschrijden en tot vaststelling van de voorwaarden voor toegang tot het EES voor rechtshandhavingsdoeleinden en tot wijziging van de Schengenuitvoeringsovereenkomst en Verordeningen (EG) nr. 767/2008 en (EU) nr. 1077/2011 (PB L 327 van 9.12.2017, blz. 20).