NJB 2016/2311:Beklag aangaande beslag art. 552a Sv en verschoningsrecht advocaat art. 98 Sv. De Hoge Raad biedt overzicht en herhaalt HR 10 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3258, en HR 2 maart 2010, ECLI:NL:HR:2010:BJ9262. Geschriften waarvan de inhoud nog niet aan de raadsman is medegedeeld: ook zulke geschriften kunnen in uitzonderingsgevallen object uitmaken van het verschoningsrecht van de advocaat. Daarvoor is van belang of op grond van in aanmerking komende feiten of omstandigheden aannemelijk is dat de inhoud van die geschriften daadwerkelijk bestemd is om door de cliënt aan de advocaat in de uitoefening van zijn beroep te worden toevertrouwd. Ook in zo een geval is het in beginsel aan de verschoningsgerechtigde om te beoordelen of, het voorgaande in aanmerking genomen, die geschriften object van zijn verschoningsrecht uitmaken, tenzij redelijkerwijs geen twijfel erover kan bestaan dat dit standpunt onjuist is. Procedure in beklagzaak van een beslagene die niet de verschoningsgerechtigde is: de Hoge Raad herhaalt HR 13 oktober 2015, ECLI:NL:HR:2015:3076, NJ 2016/8