RvdW 2020/120:Profijtontneming, w.v.v. uit deelname aan een criminele organisatie. Kan w.v.v. worden toegerekend aan betrokkene, nu daarbij ook feiten zijn betrokken waarvan hij is vrijgesproken? Betrokkene is in hoofdzaak veroordeeld t.z.v. deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van oplichting en gewoontewitwassen en 70% van het totale w.v.v. ging naar ‘Amsterdam’, de criminele organisatie waarvan betrokkene en zijn mededader de kern vormden. Op grond van deze vaststellingen en in aanmerking genomen dat betrokkene geen verklaring heeft afgelegd over onderlinge verdeling van behaalde opbrengsten, heeft hof geoordeeld dat geen concrete aanknopingspunten bestaan voor het aannemen van een andere verdeelsleutel tussen betrokkene en zijn mededader dan die in gelijke delen. Dat oordeel is niet onjuist. Daaraan doet niet af dat door hof ook voordeel is betrokken dat de criminele organisatie heeft verkregen met enkele feiten waarvan betrokkene is vrijgesproken, mede in aanmerking genomen dat hof tevens heeft vastgesteld dat betrokkene samen met o.m. zijn mededader gedurende bijna een jaar betrokken is geweest bij phishing-activiteiten op grote schaal waarbij steeds gebruik is gemaakt van dezelfde modus operandi.