NJ 2015/445
Profijtontneming en redelijke termijn: beperkte toetsing HR van oordeel feitenrechter.
HR 13-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:3025, m.nt. Redactionele aantekening
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 oktober 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. Van Dorst, J. De Hullu, E.F. Faase
- Zaaknummer
14/00990
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Noot
Red. Aant.
- JCDI
JCDI:ADS110651:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3025, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑10‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:2053, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑09‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑09‑2014
- Wetingang
Art. 36e Sr
Essentie
Profijtontneming. Het hof kon oordelen dat de aanzienlijke overschrijding van de redelijke termijn in drie gedingfasen (hoger beroep, cassatie en wederom in hoger beroep) diende te leiden tot vermindering met € 10.000 van het op bijna € 5 miljoen geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel. Het oordeel van de feitenrechter inzake de redelijke termijn kan in cassatie slechts in beperkte mate worden getoetst: de HR kan alleen onderzoeken of het oordeel niet blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting en niet onbegrijpelijk is. Het rechtsgevolg dat de feitenrechter heeft verbonden aan de overschrijding van de redelijke termijn, kan slechts op begrijpelijkheid worden getoetst (vgl. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.