Overeenkomst; nakoming; ambtshalve oordeel; recht van verweer

Documentgegevens:

HR 24-06-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT5466

Instantie: Hoge Raad
Datum: 24 juni 2005
Zaaknummer: C01/189HR
LJN: AT5466
Vakgebied(en): Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:PHR:2005:AT5466, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑06‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AT5466, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑06‑2005
Wetingang: art. 24 Rv; art. 6:81 BW; art. 6:82 BW

Essentie

Samenvatting

Casus

Tussen betrokkene 1 en eiser heeft een huurovereenkomst bestaan met betrekking tot de bedrijfsruimte van het aan betrokkene 1 in eigendom behorende pand, in welke ruimte eiser zijn Griekse restaurant dreef. De kantonrechter te Amsterdam heeft bij beschikking van 14 april 1992 bepaald dat de huurovereenkomst zal eindigen met ingang van 1 juni 1992, voor zover de huurovereenkomst niet als reeds geëindigd moet worden beschouwd, op de grond dat voldoende is gebleken dat betrokkene 1 wegens noodzakelijk gebleken sloop het gehuurde dringend nodig heeft voor eigen gebruik.Betrokkene 1 heeft eiser ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.