RvdW 2013/1435
Belediging agent na onrechtmatig binnentreden: geen rechtmatige uitoefening bediening.
HR 26-11-2013, ECLI:NL:HR:2013:1423
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 november 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A. Van Dorst, J. De Hullu, V. Van den Brink
- Zaaknummer
11/05372
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:1423, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑11‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:1373, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑10‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑11‑2012
- Wetingang
Art. 267 Sr
Essentie
Nu de belediging van de politieambtenaar plaatsvond nadat deze de woning van de verdachte was binnengetreden zonder de vereiste machtiging en zonder dat dit binnentreden geschiedde in opdracht van een bevoegde meerdere, is geen sprake van belediging van die ambtenaar ‘gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening’.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden van 24 november 2011, nummer 24/001076-11, in de strafzaak tegen: B. Adv. mr. B.P. de Boer, te Amsterdam.
Voorgaande uitspraak
Cassatiemiddel:
Middel I zie 3.1. (red.)