Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 1286/2014 over essentiële-informatiedocumenten voor verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (PRIIP's)
Artikel 16
Geldend
Geldend vanaf 29-12-2014
- Bronpublicatie:
26-11-2014, PbEU 2014, L 352 (uitgifte: 09-12-2014, regelingnummer: 1286/2014)
- Inwerkingtreding
29-12-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-11-2014, PbEU 2014, L 352 (uitgifte: 09-12-2014, regelingnummer: 1286/2014)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Verzekeringsrecht / Europees verzekeringsrecht
1.
EIOPA kan in overeenstemming met artikel 9, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1094/2010 het volgende tijdelijk verbieden of beperken in de Unie, mits aan de voorwaarden van de leden 2 en 3 van dit artikel is voldaan:
- a)
het op de markt brengen, distribueren of verkopen van verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten of verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten met bepaalde specifieke kenmerken, of
- b)
een soort financiële activiteit of praktijk van een verzekerings- of herverzekeringsonderneming.
Een verbod of beperking kan gelden in omstandigheden of gebonden zijn aan voorwaarden die door EIOPA worden gespecificeerd.
2.
EIOPA neemt alleen een besluit op grond van lid 1 als aan alle hiernavolgende voorwaarden is voldaan:
- a)
de voorgestelde maatregel heeft tot doel een significante reden tot bezorgdheid over de bescherming van beleggers of een bedreiging voor het ordelijk functioneren en de integriteit van financiële markten of voor de stabiliteit van het financiële stelsel in de Unie of een deel daarvan af te wenden;
- b)
de vereisten op grond van het recht van de Unie die van toepassing zijn op het betreffende verzekeringsgebaseerde beleggingsproduct of de betreffende activiteit wenden de bedreiging niet af;
- c)
een bevoegde autoriteit heeft of bevoegde autoriteiten hebben geen maatregelen genomen om de bedreiging af te wenden of de maatregelen die zijn genomen wenden de bedreiging niet adequaat af.
Als aan de voorwaarden van de eerste alinea wordt voldaan, kan EIOPA het verbod of de beperking als bedoeld in lid 1 uit voorzorg opleggen voordat een verzekeringsgebaseerd beleggingsproduct op de markt is gebracht of aan beleggers is verkocht.
3.
Wanneer EIOPA uit hoofde van dit artikel maatregelen neemt, ziet zij erop toe dat die maatregel:
- a)
geen nadelig effect heeft op de efficiëntie van de financiële markten of op de beleggers dat onevenredig is in vergelijking met de voordelen van de maatregel, of
- b)
niet het risico van regelgevingsarbitrage creëert.
Indien een bevoegde autoriteit of bevoegde autoriteiten een maatregel heeft of hebben genomen op grond van artikel 17, kan EIOPA elk van de in lid 1 van dit artikel genoemde maatregelen nemen zonder het in artikel 18 bedoelde advies uit te brengen.
4.
Voordat zij besluit maatregelen te nemen op grond van dit artikel, stelt EIOPA de bevoegde autoriteiten van de voorgenomen maatregel in kennis.
5.
EIOPA plaatst op haar website een bericht inzake elk besluit tot het nemen van maatregelen op grond van dit artikel. In dat bericht worden de bijzonderheden van het verbod of de beperking vermeld en wordt aangegeven op welk tijdstip na de publicatie van de kennisgeving de maatregelen in werking zullen treden. Een verbod of beperking geldt alleen voor handelingen die zijn verricht na de inwerkingtreding van de maatregelen.
6.
EIOPA heroverweegt een verbod of beperking op grond van lid 1 na passende termijnen en ten minste elke drie maanden. Als het verbod of de beperking na die periode van drie maanden niet wordt verlengd, loopt het verbod of de beperking af.
7.
Maatregelen die door EIOPA worden genomen op grond van dit artikel, krijgen voorrang boven eerdere maatregelen van een bevoegde autoriteit.
8.
De Commissie stelt overeenkomstig artikel 30 gedelegeerde handelingen vast waarin de criteria en factoren worden gespecificeerd waarmee EIOPA rekening moet houden om te bepalen wanneer er sprake is van een significante reden tot bezorgdheid over de beleggersbescherming of een bedreiging van het ordelijk functioneren of de integriteit van financiële markten of van de stabiliteit van het financiële stelsel in de Unie of een deel daarvan, zoals bedoeld in lid 2, eerste alinea, onder a).
Deze criteria en factoren omvatten:
- a)
de complexiteit van het verzekeringsgebaseerd beleggingsproduct en de relatie tot de soort belegger aan wie het wordt aangeboden en verkocht;
- b)
de omvang of de nominale waarde van het verzekeringsgebaseerd beleggingsproduct;
- c)
het innovatiegehalte van het verzekeringsgebaseerd beleggingsproduct of van de verzekeringsgebaseerde activiteit of praktijk, en
- d)
de hefboomratio van een product of praktijk.