RAV 2022/106
Onrechtmatige overheidsdaad. Welke maatstaf en welk peilmoment gelden voor het vaststellen van het ‘condicio sine qua non’-verband als bedoeld in art. 6:162 BW bij bepaling van de door een onrechtmatig overheidsbesluit geleden schade?
HR 30-09-2022, ECLI:NL:HR:2022:1334
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 september 2022
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, C.E. du Perron, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons, K. Teuben
- Zaaknummer
21/00517
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS684444:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Overheid en privaatrecht
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1334, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑09‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:49, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 21‑01‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑03‑2021
- Wetingang
Art. 6:162 BW
Essentie
Overheidsprivaatrecht. Onrechtmatige overheidsdaad. Besluitaansprakelijkheid. Causaal verband.
Welke maatstaf en welk peilmoment gelden voor het vaststellen van het ‘condicio sine qua non’-verband als bedoeld in art. 6:162 BW bij bepaling van de door een onrechtmatig overheidsbesluit geleden schade?
Samenvatting
Nannoka dreef een ijzergieterij en bracht op de gegoten voorwerpen een coating aan die gemaakt was met oplosmiddelen met vluchtige organische stoffen (VOS). Nannoka diende ervoor te zorgen dat haar ijzergieterij uiterlijk op 31 oktober 2007 voldeed aan de eisen van het Oplosmiddelenbesluit omzetting EG-VOS-Richtlijn milieubeheer (hierna te noemen: het Oplosmiddelenbesluit). Bij brief van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.