Einde inhoudsopgave
Wet op de rechtsbijstand
Artikel 25 [Verstrekking gegevens aanvrager toevoeging]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
16-12-2020, Stb. 2020, 546 (uitgifte: 23-12-2020, kamerstukken: 35577)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2020, Stb. 2020, 546 (uitgifte: 23-12-2020, kamerstukken: 35577)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
1.
Voorzover beschikbaar worden bij de aanvraag om een toevoeging in ieder geval het burgerservicenummer van de aanvrager en van degenen als bedoeld in artikel 34, derde lid, verstrekt.
2.
Indien het een aanvraag betreft van een vreemdeling van wie geen burgerservicenummer beschikbaar is, verstrekt Onze Minister op verzoek van het bestuur de gegevens die voor de beoordeling van de aanvraag noodzakelijk zijn.
3.
De inspecteur verstrekt op verzoek van het bestuur het bedrag aan vermogen dat meer bedraagt dan het drempelbedrag, genoemd in artikel 9.4a, eerste lid, onderdeel a, van de Wet inkomstenbelasting 2001 van de rechtzoekende en van degenen als bedoeld in artikel 34, derde lid. Voor zover van de rechtzoekende of van degenen als bedoeld in artikel 34, derde lid, geen vermogens- of inkomensgegeven beschikbaar is, verstrekt de inspecteur op verzoek van het bestuur zo mogelijk het bedrag dat in het peiljaar het vermogen of inkomen zo goed mogelijk benadert.
4.
In de gevallen waarin de inspecteur niet beschikt over de gegevens over vermogen of inkomen, bedoeld in het derde lid, legt de aanvrager stukken over op grond waarvan het bestuur het bedrag aan vermogen of inkomen kan vaststellen.
5.
Met het oog op het vaststellen van de financiële draagkracht en van de hoogte van de eigen bijdrage van de rechtzoekende worden op verzoek van het bestuur uit de basisregistratie personen inlichtingen verstrekt over de rechtzoekende en degenen met wie de rechtzoekende een gezamenlijke huishouding voert als bedoeld in artikel 34, derde lid.
6.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de bij de aanvraag over te leggen gegevens en bescheiden alsmede omtrent het opvragen van het burgerservicenummer bij degenen wier inkomen of vermogen betrokken wordt bij de beoordeling van de aanvraag.