Einde inhoudsopgave
Wet op de rechtsbijstand
Artikel 33 [Wijziging, beëindiging, intrekking toevoeging]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2010
- Bronpublicatie:
17-12-2009, Stb. 2010, 2 (uitgifte: 12-01-2010, kamerstukken: 31835)
- Inwerkingtreding
01-07-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2010, Stb. 2010, 234 (uitgifte: 24-06-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
1.
Het bestuur kan de toevoeging, anders dan op verlangen van de aanvrager, wijzigen, beëindigen of intrekken, indien:
- a.
deze is verleend op grond van onjuiste of onvolledige gegevens omtrent de aard of het belang van de zaak, de financiële draagkracht of de woonplaats van de aanvrager;
- b.
de aanvrager de voor een goede behartiging van zijn zaak noodzakelijke medewerking weigert;
- c.
de aanvrager in gebreke blijft de door hem verschuldigde eigen bijdrage en overige kosten die voor zijn rekening komen, dan wel een hem daarop gevraagd voorschot, te voldoen;
- d.
blijkt dat een andere toevoeging mede omvat het rechtsbelang waarvoor de toevoeging is verleend.
2.
De toegevoegde rechtsbijstandverlener kan zich na beëindiging of intrekking van de toevoeging aan de zaak onttrekken.
3.
Indien de toevoeging wordt beëindigd of ingetrokken op grond van een situatie als bedoeld in het eerste lid, onder a, kan het bestuur het bedrag ter hoogte van de vergoeding, bedoeld in artikel 37, vorderen van de rechtzoekende, tenzij de verlening van de vergoeding op grond van artikel 4:48, eerste lid, onder c of d, van de Algemene wet bestuursrecht is ingetrokken of gewijzigd of de vergoeding op grond van artikel 4:46, tweede lid, onder c of d, van de Algemene wet bestuursrecht lager is vastgesteld dan wel de vaststelling van de vergoeding op grond van artikel 4:49, eerste lid, onder b, van die wet is ingetrokken of ten nadele van de rechtsbijstandverlener is gewijzigd.