AB 2020/288
Gronduitgifte, erfpachtovereenkomst, privaatrechtelijk beleid, privaatrechtelijke beleidsregel, afwijkingsbevoegdheid, algemene beginselen van behoorlijk bestuur, vertrouwensbeginsel.
HR 17-04-2020, ECLI:NL:HR:2020:719, m.nt. F.J. van Ommeren
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 april 2020
- Magistraten
Mrs. C.E. de Perron, M.J. Kroeze, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
18/04955
- Noot
F.J. van Ommeren
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS225466:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Goederenrecht / Genotsrechten
Bestuursrecht algemeen / Overheid en privaatrecht
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:719, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑04‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1393, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑11‑2019
- Wetingang
Art. 4:84 Awb
Essentie
Gronduitgifte, erfpachtovereenkomst, privaatrechtelijk beleid, privaatrechtelijke beleidsregel, afwijkingsbevoegdheid, algemene beginselen van behoorlijk bestuur, vertrouwensbeginsel.
Samenvatting
Of verweerder erop mocht vertrouwen dat de Staat ook bij de heruitgifte in erfpacht kortingen op de canon zou verlenen, hangt af van alle omstandigheden van het geval.
De Staat heeft de kortingen toegepast binnen de looptijd van de oorspronkelijke erfpachtovereenkomst en op grond van de bij die overeenkomst behorende voorwaarden. Sinds 1997 voert de Staat bij de (her)uitgifte in erfpacht van landbouwgrond een ander beleid, met daarbij behorende andere voorwaarden en een andere wijze van prijsbepaling. Naar het hof — in cassatie onbestreden — ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.