RAV 2019/42
Onrechtmatige overheidsdaad vanwege te zwaar detentieregime. Heeft betrokkene naast de betaling van een gestandaardiseerde financiële compensatie recht op een aanvullende vergoeding van immateriële schade?
HR 15-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:376
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 maart 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
17/04668
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS55748:1
- Vakgebied(en)
Penitentiair recht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:376, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑03‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1295, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 26‑10‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑12‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑10‑2017
- Wetingang
Art. 6:106 BW; art. 68 lid 7 Penitentiaire beginselenwet
Essentie
Onrechtmatige overheidsdaad vanwege te zwaar detentieregime.
Heeft betrokkene naast de betaling van een gestandaardiseerde financiële compensatie recht op een aanvullende vergoeding van immateriële schade?
Samenvatting
In 2008 is eiser tot cassatie in voorlopige hechtenis geplaatst in de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) te Vught. Begin 2013 is hij veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. Op 30 mei 2013 is hij overgebracht naar de penitentiaire inrichting Leeuwarden. De beroepscommissie van de Raad voor Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) heeft een vergoeding van € 1375 aan eiser tot cassatie toegekend, omdat hij vanaf 14 juni 2012 ten onrechte in de EBI gedetineerd is geweest. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.