Einde inhoudsopgave
Algemene wet bestuursrecht
Artikel 8:61 [Zitting en proces-verbaal]
Geldend
Geldend vanaf 12-06-2017
- Bronpublicatie:
13-07-2016, Stb. 2016, 288 jo Stb. 2016, 290 (uitgifte: 21-07-2016, kamerstukken: 34212)
13-07-2016, Stb. 2016, 288 jo Stb. 2016, 290 (uitgifte: 21-07-2016, kamerstukken: 34059)
- Inwerkingtreding
12-06-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-04-2017, Stb. 2017, 174 (uitgifte: 04-05-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Procesorde
Bestuursprocesrecht / Beroep
1.
De voorzitter heeft de leiding van de zitting.
2.
De griffier houdt aantekening van het verhandelde ter zitting.
3.
De griffier maakt van de zitting een proces-verbaal op:
- a.
indien de bestuursrechter dit ambtshalve of op verzoek van een partij die daarbij belang heeft, bepaalt, of
- b.
op verzoek van de hogerberoepsrechter of de Hoge Raad.
4.
Het bevat de namen van de rechter of de rechters die de zaak behandelt onderscheidenlijk behandelen, die van partijen en van hun vertegenwoordigers of gemachtigden die op de zitting zijn verschenen en van degenen die hen hebben bijgestaan, en die van de getuigen, deskundigen en tolken die op de zitting zijn verschenen.
5.
Het houdt een vermelding in van hetgeen op de zitting met betrekking tot de zaak is voorgevallen.
6.
Het wordt door de voorzitter en de griffier ondertekend. Bij verhindering van de voorzitter of de griffier wordt dit in het proces-verbaal vermeld.
7.
Aan het proces-verbaal kunnen overgelegde pleitnotities worden gehecht.
8.
De bestuursrechter kan bepalen dat de verklaring van een partij, getuige of deskundige geheel in het proces-verbaal zal worden opgenomen. In dat geval wordt de verklaring onverwijld op schrift gesteld en aan de partij, getuige of deskundige voorgelezen. Deze mag daarin wijzigingen aanbrengen, die op schrift worden gesteld en aan de partij, getuige of deskundige worden voorgelezen. De verklaring wordt door de partij, getuige of deskundige ondertekend. Heeft ondertekening niet plaats, dan wordt de reden daarvan in het proces-verbaal vermeld.
9.
Nadat de bestuursrechter toepassing heeft gegeven aan artikel 8:36e, kan de hogerberoepsrechter of de Hoge Raad verzoeken een schriftelijke weergave van de gesproken tekst van de beeld- of geluidsopname op te stellen.
10.
De griffier die een proces-verbaal opmaakt stelt dit ter beschikking aan partijen, indien het derde lid, aanhef en onder a, van toepassing is.