RvdW 2021/169
Verbintenissenrecht. Aansprakelijkheid verhuurder voor schade door gebrek aan gehuurde; beroep op exoneratiebeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar?; vereiste terughoudendheid; motivering.
HR 29-01-2021, ECLI:NL:HR:2021:153
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 januari 2021
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
20/00224
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Huurrecht / Huur van bedrijfsruimte
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Huurrecht / Verplichtingen huurder en verhuurder
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:153, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑01‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:877, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 28‑08‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑02‑2020
- Wetingang
Art. 6:248 lid 2 BW
Essentie
Verbintenissenrecht. Aansprakelijkheid verhuurder voor schade door gebrek aan gehuurde; beroep op exoneratiebeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar?; vereiste terughoudendheid; motivering.
Samenvatting
Het hof heeft met zijn oordeel dat het beroep van de verhuurder op de exoneratiebedingen in de huurovereenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, de terughoudendheid miskend waarmee de maatstaf van art. 6:248 lid 2 BW moet worden toegepast, dan wel is dat oordeel onvoldoende gemotiveerd. De door het hof genoemde omstandigheden dat de tekortkoming de kern van de prestatie betreft, dat zonder terbeschikkingstelling van het gehuurde niet alleen aan de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.