V-N Vandaag 2020/1297
Onderbouwing stelling andere afloop procedure met stukken moet binnen redelijke termijn
HR 15-05-2020, ECLI:NL:HR:2020:873
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 mei 2020
- Zaaknummer
18/01694
18/01696
18/03982
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Procesorde
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1044, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑06‑2020
ECLI:NL:HR:2020:872, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑05‑2020
ECLI:NL:HR:2020:873, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:598, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:599, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑06‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:780, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:779, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑2019
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de inspecteur het verdedigingsbeginsel niet heeft geschonden. X bv kreeg namelijk pas een paar jaar na de uitreiking van de utb’s de beschikking over stukken die zij ter onderbouwing van haar stellingen wilde inbrengen.
Samenvatting
In opdracht van A bv doet belanghebbende, X bv, aangiften voor het brengen in het vrije verkeer van textielproducten, met als oorsprong Jamaica. In de aangiften wordt aanspraak gemaakt op toepassing van een preferentieel tarief van 0%, onder overlegging van EUR.1-certificaten. Naar aanleiding van een onderzoek van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) van de Europese Commissie zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.