Rb. Amsterdam, 29-03-2006, nr. 326290/HA ZA 05-2837
ECLI:NL:RBAMS:2006:AV7581
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
29-03-2006
- Zaaknummer
326290/HA ZA 05-2837
- LJN
AV7581
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBAMS:2006:AV7581, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 29‑03‑2006; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Uitspraak 29‑03‑2006
Inhoudsindicatie
Onrechtmatige perspublicatie: Foto's van Willem-Alexander, Máxima en Amalia in badkleding in de Privé van 14 september 2005, zijn onrechtmatig. Het is gedaagden verboden voor een periode van 2 jaren inbreuken te maken op het recht van eisers op bescherming van hun persoonlijke levenssfeer door het zonder toestemming openbaar maken van hun portretten, zulks op straffe van een dwangsom van € 50.000,= voor iedere editie van Privé met het portret van Willem-Alexander en/of Máxima en een dwamgsom van € 100.000,= voor iedere editie van Privé waarin het portret van Amalia wordt openbaar gemaakt, alles tot een maximum van 10 miljoen euro.
Partij(en)
vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 326290 / HA ZA 05-2837
(AV)
Vonnis van 29 maart 2006
in de zaak van
1. Zijne Koninklijke Hoogheid WILLEM-ALEXANDER, Prins van Oranje, Prins der Nederlanden, Prins van ORANJE-NASSAU, Jonkheer VAN AMSBERG,
2. Hare Koninklijke Hoogheid MÁXIMA, Prinses der Nederlanden, Prinses van ORANJE-NASSAU, Mevrouw VAN AMSBERG,
tevens in hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van hun minderjarige dochter:
3. Hare Koninklijke Hoogheid CATHARINA-AMALIA BEATRIX CARMEN VICTORIA, Prinses der Nederlanden, Prinses van ORANJE NASSAU, Jonkvrouwe VAN AMSBERG,
allen wonende te Wassenaar,
eisers,
procureur mr. L.P. Broekveldt,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DE TELEGRAAF TIJDSCHRIFTEN GROEP B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. [gedaagde 2],
wonende te [woonplaats],
gedaagden,
procureur mr. K. Gilhuis.
Eisers sub 1 en 2 worden hierna gezamenlijk aangeduid met eisers. Eiseres sub 3 wordt hierna aangeduid met Prinses Amalia.
Partijen zullen hierna eisers en gedaagden genoemd worden.
1. De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
de dagvaarding
- -
akte overlegging producties van 12 oktober 2005 van de zijde van eisers
- -
de conclusie van antwoord, met bewijsstukken
- -
ambtshalve gewezen tussenvonnis van 18 maart 2006, waarbij een comparitie van partijen is gelast
- -
het proces-verbaal van comparitie van 13 februari 2006, met de daarin vermelde stukken
- -
brief van de zijde van eisers van 22 februari 2006 met één bewijsstuk.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1.
In het weekblad Privé (dat wordt uitgegeven door gedaagde sub 1 en waarvan gedaagde sub 2 de hoofdredacteur is) van 14 september 2005 (week 36), staan op de voorpagina twee foto’s van eisers en Prinses Amalia met de kop “AMALIA’S zwempret in Porto Ercole”. Op pagina’s 14 tot en met 17 staan die foto’s en nog negen andere foto’s waarop eisers sub 1 en 2 gezamenlijk dan wel afzonderlijk met Prinses Amalia zijn afgebeeld. De foto’s zijn genomen op 3 september 2005 over een afstand van 750 meter en een hoogte van 50 meter met behulp van een telelens. Op de foto’s zijn eisers en Prinses Amalia te zien terwijl zij in badkleding zwemmen in de zee bij het vakantiehuis van de Koninklijke familie in Porto Ercole, Italië, en ook terwijl zij in badkleding op het strand lopen.
2.2.
Het artikel luidt verder, voor zover relevant:
“Samen met hun twee dochters PRINSES AMALIA en PRINSES ALEXIA keerden PRINS WILLEM-ALEXANDER en PRINSES MÁXIMA in deze nazomerdagen terug naar Porto Ercole, de plek waar zo veel goede vakantieherinneringen liggen. En niet alleen het jonge gezinnetje, ook KONINGIN BEATRIX was met haar zoon, schoondochter en twee kleindochters meegereisd. Willem-Alexander en Máxima waren al in Italië, maar onderbraken vorige week hun vakantie voor de bruiloft van neef PRINS PIETER-CHRISTIAAN en zijn ANITA. Twee dagen na het feest stapten ze weer in het vliegtuig om nog een laatste keer in de villa van PRINS BERNHARD ‘De Gelukkige Olifant’ te verblijven.”
2.3.
Met een afbeelding van de voorpagina van de Privé van 14 september 2005, adverteerde Privé voor voornoemde editie in De Telegraaf van 7 september 2005.
2.4.
De kantonrechter te ’s-Gravenhage heeft op 20 februari 2007 machtiging verleend aan eisers om namens Prinses Amalia onderhavige procedure te voeren.
3. De vordering
3.1.
Eisers vorderen bij vonnis, voorzover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
- A.
te verklaren voor recht dat de publicatie door gedaagden in de editie van Privé nummer 36 d.d. 14 september 2005 met de portretten van eisers en Prinses Amalia jegens hen onrechtmatig is;
- B.
gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot vergoeding van schade, op te maken bij staat;
- C.
gedaagden te verbieden voor een periode van twee jaren inbreuken te maken op het recht van eisers en Prinses Amalia op bescherming van hun persoonlijke levenssfeer door het openbaar maken en/of verveelvoudigen van hun portretten, indien en voorzover die openbaarmaking en/of verveelvoudiging niet voortspruit uit het publieke functioneren van eisers, waarbij het volgens de rechtspraak is toegestaan beeldopnamen te maken en die te publiceren;
- D.
gedaagden te veroordelen tot betaling van een dwangsom van € 50.000,= voor iedere editie van Privé, waarin het portret van één der eisers in strijd met het sub C gevorderde verbod wordt openbaar gemaakt en/of verveelvoudigd, respectievelijk € 100.000,= voor ieder portret van Prinses Amalia, één en ander met een maximum van € 10.000.000,=;
- E.
gedaagden te veroordelen in de kosten van het geding, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 14 dagen na de datum van het te wijzen vonnis.
3.2.
Eisers voeren daartoe aan dat de zwempartij waarvan foto’s zijn genomen zich volledig in de privé-sfeer afspeelde, in gezinsverband, op een moment dat eisers zich niet bespied hoefden te wanen. De foto’s zijn kennelijk met een sterke telelens genomen vanaf een tamelijk ver verwijderde plaats, van waaruit eisers met het blote oog niet of nauwelijks herkenbaar waren. De publicatie van de foto’s vormt een inbreuk op eisers recht op bescherming van hun persoonlijke levenssfeer en op hun portretrecht, zodat de foto’s onrechtmatig zijn. Een en ander geldt in nog sterkere mate voor Prinses Amalia. Zij heeft recht op een ongestoorde en zoveel mogelijk normale jeugd. Publicaties van het onderhavige soort zijn geschikt een zodanige jeugd te belemmeren. De publicatie van de foto’s levert geen enkele bijdrage aan een publiek debat over zaken van algemeen belang. De foto’s hebben geen relatie tot het publieke functioneren van eisers. De foto’s hebben geen ander doel dan het bevredigen van de nieuwsgierigheid van bepaalde delen van het publiek naar het privé-leven van eisers, met het oogmerk van gedaagden winst te maken met Privé.
3.3.
Voorts staat in het artikel in strijd met de waarheid dat eisers al in Italië waren en hun vakantie onderbraken voor de bruiloft van neef Prins Pieter-Christiaan en zijn Anita. De vakantie van eisers was al geruime tijd afgelopen. Het bezoek aan Porto Ercole betrof het bijwonen van een andere bruiloft en vond plaats tussen vrijdagavond 19.00 uur (vertrek van Schiphol) en de volgende zondagavond te 18.00 uur (aankomst op Schiphol), dus binnen 48 uur uit en thuis, buiten de normale werkweek, volledig privé in het vrije weekeinde. De tekst in Privé suggereert evenwel dat eisers vrijwel direct na het huwelijk van Prins Pieter Christiaan naar Italië terugkeerden ter voortzetting van een vakantie. Privé versterkt die suggestie door een week later in de volgende editie van dit blad weer foto’s van hetzelfde weekeinde te plaatsen, dit keer met een foto van de Koningin, alsmede de tekst dat Hare Majesteit eisers min of meer met dwang kwam ophalen om op tijd terug te zijn voor Prinsjesdag. Op grond van één en ander wekt Privé de onjuiste suggestie dat eisers van eind augustus tot 20 september 2005 ‘nog even’ in Italië verbleven.
3.4.
Vanwege de vele inbreuken die gedaagden gedurende de afgelopen jaren al hebben gemaakt op het privé-leven van eisers (zie: Rb. Amsterdam 25 februari 2004, LJN: OA 4371, foto’s Eikenhorst/Privé; Rb. Amsterdam 20 april 2005, LJN: AT 4299, gestolen camera/Privé; Rb. Amsterdam 4 januari 2006, LJN: AU9567, HKH Prinses Máxima/Privé, kindermeisje) en hun opvatting dat zij het recht aan hun zijde hebben om door te gaan met het maken van inbreuken op de persoonlijke levenssfeer van eisers (welke opvatting door gedaagde sub 2 in verschillende interviews is geuit, zoals in het Haarlems Dagblad van 28 september 2005, in het programma Barend en van Dorp op de televisiezender Talpa op 21 september 2005 en tijdens een interview in het programma Shownieuws op 7 september 2005 dat is uitgezonden door SBS), stellen eisers recht en belang te hebben bij een verbod van toekomstige inbreuken, om te beginnen voor de duur van twee jaren. Zij behouden zich daarbij alle rechten voor om voorlopige voorzieningen te vorderen, of een verlenging van voormelde termijn, indien gedaagden hun inbreuken op de persoonlijke levenssfeer van eisers, ofwel van hun kinderen, zouden voortzetten.
4. Het verweer
4.1.
Gedaagden wijzen erop dat het privé-leven van eisers de afgelopen jaren voortdurend onderwerp van maatschappelijke belangstelling en maatschappelijk debat is geweest. Zo is er veel aandacht geweest omtrent het huwelijk van eisers en rond de geboorte van hun beide dochters, evenals rond de verjaardagen van eisers en hun kinderen. Gedaagden betwisten dat de formule van het weekblad Privé zou bestaan uit het systematisch inbreuk (proberen te) maken op de persoonlijke levenssfeer van leden van het Koninklijk Huis ofwel hen schade te berokkenen. Privé besteedt aandacht aan eisers en Prinses Amalia wanneer daar aanleiding voor is. Het merendeel van de publicaties over (een van) eisers is volstrekt legitiem en maakt op geen enkele wijze inbreuk op hun persoonlijke levenssfeer. Integendeel, juist door die publicaties kunnen eisers zich over een grote mate van populariteit onder de bevolking verheugen.
4.2.
De foto’s in de Privé van 14 september 2005 zijn genomen vanaf de openbare weg over een afstand van enkele honderden meters door fotografen van Focus Italia. Aangezien in Italië geen privé-stranden bestaan, waarvan derden geweerd kunnen worden, bevonden eisers zich niet op een privé-strand toen zij werden gefotografeerd. Degenen die zich op het aangrenzende strand bevonden (en degenen die daar met hun schip of jacht lagen) hadden eisers (met het blote oog) kunnen zien zwemmen en verblijven op het strandje voor Villa Elifante. Eisers zijn derhalve niet vastgelegd in een privé-omgeving, maar in een openbaar toegankelijke omgeving. De fotografen van Focus Italia hebben de foto’s niet gemaakt in opdracht van gedaagden. Gedaagden hebben deze foto’s aangeboden gekregen van Focus Italia en deze van haar afgenomen. Van een “climate of continual harrassment” (zie EHRM 24 juni 2004, Mediaforum 2004, nr 7/8), ofwel hinderlijk volgen, is dan ook geen sprake.
4.3.
Gedaagden betogen dat de foto’s onschuldig van aard zijn. Zij tonen het familiegeluk van de kroonprinselijke familie. Door de publicatie van de foto’s worden geen intimiteiten onthuld die onbekend zijn bij het grote publiek. Derhalve vormen de foto’s geen ernstige inbreuk op de privacy van eisers en Prinses Amalia. Nu Prinses Amalia een toekomstige troonpretendent is, is het gerechtvaardigd dat haar ontwikkeling wordt gevolgd door de pers. Bovendien worden van de Nederlandse koninklijke familie al jaar in jaar uit vakantiefoto’s gepubliceerd door bladen. Van schending van de reputatie van eisers en Prinses Amalia door de publicatie van de onderhavige foto’s is dan ook geen sprake. Doordat er slechts weinig foto’s van Prinses Amalia door de Rijksvoorlichtingsdienst ter beschikking gesteld worden, was het nieuwswaardig door middel van de gepubliceerde foto’s te tonen hoe zij zich ontwikkelt.
4.4.
Tenslotte betwisten gedaagden dat eisers en Prinses Amalia materiële of immateriële schade zouden hebben geleden als gevolg van de gewraakte publicatie in Privé en betogen zij dat het gevorderde verbod in strijd is met hun vrijheid van meningsuiting. Gedaagden zijn niet voornemens de gepubliceerde foto’s nogmaals te publiceren.
5. De beoordeling
5.1.
Nu vaststaat dat de gewraakte foto’s zijn gemaakt zonder een daartoe strekkende opdracht van eisers en zonder hun toestemming, is op grond van artikel 21 Auteurswet openbaarmaking daarvan niet geoorloofd voor zover een redelijk belang van eisers en Prinses Amalia zich tegen openbaarmaking verzet. Onder het redelijk belang van artikel 21 Auteurswet valt de bescherming van de geportretteerde tegen inbreuken op zijn recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer. Indien een dergelijke inbreuk is gemaakt kan het antwoord op de vraag of die openbaarmaking jegens de geportretteerde ook onrechtmatig is, slechts worden gevonden door een afweging die, met inachtneming van alle bijzonderheden van het gegeven geval, ertoe strekt na te gaan welk recht zwaarder weegt: dat van de geportretteerde gevrijwaard te blijven van inbreuken op zijn persoonlijke levenssfeer of dat van degene die het portret gepubliceerd heeft op vrijheid van meningsuiting. Bij die belangenafweging kan elke omstandigheid worden betrokken zoals de aard, de ernst en de duur van de inbreuk, de persoon om wie het gaat, de juistheid van de (bijgaande) informatie, de context waarin het portret werd gepubliceerd, de plaats waar en de wijze waarop de foto tot stand kwam en het maatschappelijk belang van de desbetreffende publicatie, waarbij heeft te gelden dat publieke figuren meer hebben te dulden dan andere personen, maar toch ook weer niet vogelvrij zijn.
5.2.
In het onderhavige geval zijn eisers en Prinses Amalia gefotografeerd terwijl zij zich hadden afgezonderd op een strand gelegen bij het vakantiehuis van de Koninklijke Familie. Zoals uit de foto’s blijkt waren zij daar op dat moment alleen. Daaruit moet worden afgeleid dat eisers de onmiskenbare bedoeling hadden zich op dat moment in de beslotenheid van het gezin af te zonderen. Onder die omstandigheden mochten eisers en Prinses Amalia zich vrij en onbespied wanen en hoefden zij er geen rekening mee te houden dat zij heimelijk met een telelens zouden worden gefotografeerd over een grote afstand (750 meter) en hoogte (50 meter). Dat het geen privé-strand betreft doet hieraan niet af. Hierbij komt dat de gepubliceerde foto’s -zoals door gedaagden ook wordt erkend (zie punt 41 conclusie van antwoord)- geen bijdrage leveren aan het publiek debat. Volgens gedaagden hecht een groot deel van de Nederlandse bevolking er belang aan om geïnformeerd te worden over het wel en wee van de meest vooraanstaande burgers van ons land. De bevrediging van de nieuwsgierigheid van de lezers van Privé kan echter niet als een rechtens te respecteren belang dienen die een rechtvaardiging kan opleveren voor een inbreuk als de onderhavige op de privacy van eisers en Prinses Amalia. Gelet op al deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat de onderhavige foto’s onrechtmatig zijn jegens eisers en Prinses Amalia. De omstandigheid dat de taferelen op de foto’s op zichzelf onschuldig te noemen zijn
- -
zij tonen slechts eisers en Prinses Amalia in badkleding- doet de belangenafweging niet anders uitvallen.
5.3.
Nu ook de begeleidende tekst bij de foto’s, met betrekking tot het onderbreken van de vakantie van eisers voor de bruiloft van Prins Pieter-Christiaan, onbetwist onjuist is, is ook die tekst jegens eisers en Prinses Amalia onrechtmatig, zodat de hiervoor onder 3.1. sub A. vermelde vordering zal worden toegewezen. De hieruit voortvloeiende beperking van de vrijheid van meningsuiting acht de rechtbank in een democratische samenleving gerechtvaardigd en noodzakelijk.
5.4.
De gevorderde verwijzing naar de schadestaatprocedure zal worden afgewezen. De rechtbank acht zich voldoende voorgelicht om de schade reeds nu te begroten. Ten aanzien van die schade hebben eisers aangevoerd dat de rechtbank de schade zou kunnen begroten op de voet van artikel 6:104 van het Burgerlijk Wetboek, derhalve op de winst die gedaagden met de gewraakte editie van Privé hebben behaald. Hiervoor ziet de rechtbank geen aanleiding, nu niet aannemelijk is geworden dat de verkoop van de editie van de Privé is beïnvloed door de plaatsing van de gewraakte publicatie. Wel zal de rechtbank een bedrag aan immateriële schade toekennen wegens de onrechtmatige inbreuk op het privé-leven van eisers en Prinses Amalia, welk bedrag de rechtbank begroot op € 1.000,= per persoon, derhalve in totaal op
€ 3.000,=. De rechtbank heeft hierbij in het bijzonder in aanmerking genomen enerzijds dat het om een brutale inbreuk op de privacy gaat, maar anderzijds dat de foto’s onschuldige vakantietaferelen tonen en dat van een negatieve teneur of strekking geen sprake is. Aangezien gesteld noch gebleken is dat eisers en Prinses Amalia materiële schade hebben geleden (anders dan de kosten van rechtsbijstand) kan daarvoor geen bedrag worden toegekend.
5.5.
Gelet op de veelvuldige inbreuken die gedaagden de afgelopen jaren hebben gemaakt op het privé-leven van eisers (zie de procedures genoemd in rechtsoverweging 3.4.), acht de rechtbank plaats voor een verbod voor de toekomst. Het verbod zoals gevorderd is echter te ruim geformuleerd, zoals gedaagden terecht aanvoeren. Het toe te wijzen verbod zal niet verder strekken dan dat het gedaagden niet is toegestaan foto’s te publiceren van privé situaties waarin eisers en Prinses Amalia niet optreden in het kader van hun publieke taken, een en ander voorzover er geen sprake is van een maatschappelijk relevante privé-aangelegenheid of van eisers verkregen toestemming tot plaatsing. De enkele bevrediging van de nieuwsgierigheid van het publiek kan niet gelden als een legitieme reden voor een inbreuk op het privé-leven van eisers en Prinses Amalia. Ook de uit dit verbod voortvloeiende beperking van de vrijheid van meningsuiting acht de rechtbank in een democratische samenleving gerechtvaardigd en noodzakelijk. Gedaagden worden door dit verbod -anders dan zij menen- niet benadeeld ten opzichte van de overige media. Zij kunnen zich immers richten naar de Mediacode van het Koninklijk Huis, hetgeen -naar eisers onweersproken hebben gesteld- alle overige media ook doen. De gevorderde dwangsombedragen worden niet excessief hoog geacht, aangezien tot op heden uit gedragingen en uitlatingen van gedaagden blijkt dat een krachtige prikkel nodig is om te voorkomen dat gedaagden een onrechtmatige inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer van eisers.
5.6.
Gedaagden zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eisers worden begroot op:
- -
dagvaarding EUR 85,60
- -
vast recht 244,00
- -
salaris procureur 904,00 (2,0 punten × tarief EUR 452,00)
Totaal EUR 1.233,60
6. De beslissing
De rechtbank
6.1.
verklaart voor recht dat de publicatie door gedaagden in de editie van Privé nummer 36 d.d. 14 september 2005 met portretten van eisers en Prinses Amalia jegens hen onrechtmatig is;
6.2.
veroordeelt gedaagden om aan eisers te betalen een bedrag van EUR 3.000,00 (drieduizend euro),
6.3.
verbiedt gedaagden voor een periode van twee jaren inbreuken te maken op het recht van eisers en Prinses Amalia op bescherming van hun persoonlijke levenssfeer door het zonder toestemming openbaar maken en/of verveelvoudigen van hun portretten, indien en voorzover die openbaarmaking en/of verveelvoudiging niet voortspruit uit het publieke functioneren van eisers, waarbij het volgens de rechtspraak is toegestaan beeldopnamen te maken en die te publiceren, een en ander behoudens indien sprake is van een maatschappelijk relevante privé-aangelegenheid en de publicatie daarover op rechtmatige wijze een bijdrage levert aan een publiek debat over een kwestie van algemeen belang,
6.4.
bepaalt dat gedaagden voor iedere keer dat zij in strijd handelen met het onder 6.3 bepaalde, aan eisers een dwangsom verbeuren van EUR 50.000,00 voor iedere editie van Privé, waarin het portret van eisers of één der eisers wordt openbaar gemaakt en/of verveelvoudigd, en een dwangsom van EUR 100.000,00 voor iedere editie van Privé, waarin het portret van Prinses Amalia wordt openbaar gemaakt en/of verveelvoudigd, alles tot een maximum van EUR 10.000.000,00,
6.5.
veroordeelt gedaagden in de proceskosten, aan de zijde van eisers tot op heden begroot op EUR 1.233,60, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
6.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Hees en in het openbaar uitgesproken op 29 maart 2006.