RvdW 2017/291
Bewijsuitsluiting van door het hof bij onrechtmatig geoordeeld fouilleren in de onderbroek van verdachte aangetroffen verdovende middelen onvoldoende gemotiveerd.
HR 14-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:242
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 februari 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
16/02623
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:242, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1485, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑12‑2016
Essentie
Bewijsuitsluiting van door het hof bij onrechtmatig geoordeeld fouilleren in de onderbroek van verdachte aangetroffen verdovende middelen onvoldoende gemotiveerd.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 5 juni 2015, nummer 22/003912-14, in de strafzaak tegen: [verdachte].
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.J.M. Machielse:
1.
Het Gerechtshof Den Haag heeft verdachte op 5 juni 2015 voor feit 1 veroordeeld tot een geldboete van € 150 en van feit 2 vrijgesproken.
2.
Mr. H.A, van Wijk, advocaat-generaal bij het ressortsparket, heeft cassatie ingesteld en mr. H.H.J. Knol, advocaat-generaal bij het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.