Einde inhoudsopgave
Aanwijzingen voor de regelgeving
Aanwijzing 2.28 Terminologie bij delegatie aan minister
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
22-12-2017, Stcrt. 2017, 69426 (uitgifte: 29-12-2017, regelingnummer: 3215945)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2017, Stcrt. 2017, 69426 (uitgifte: 29-12-2017, regelingnummer: 3215945)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Staatsrecht / Wetgeving
1.
Voor delegatie van regelgevende bevoegdheid aan een minister wordt de formulering ‘bij ministeriële regeling’ of ‘bij regeling van Onze Minister’ gebruikt.
2.
Indien uit de delegerende regeling niet reeds voortvloeit welke minister bevoegd is, of indien een afwijkende bevoegdheidstoedeling is beoogd, wordt de formulering ‘bij regeling van Onze Minister van/voor …’ gebruikt.
3.
Indien het wenselijk is te bepalen dat een ministeriële regeling onder verantwoordelijkheid van meer dan een bewindspersoon wordt vastgesteld, wordt daarvoor de formulering ‘bij regeling van Onze Minister van/voor…, handelende in overeenstemming met Onze Minister van/voor …’ gebruikt, tenzij ‘Onze Minister’ in de delegerende regeling reeds is gedefinieerd als: ‘ Onze Minister van/voor…, handelende in overeenstemming met Onze Minister van/voor …’.
Officiële toelichting