Einde inhoudsopgave
Aanwijzingen voor de regelgeving
Officiële Toelichting
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
22-12-2017, Stcrt. 2017, 69426 (uitgifte: 29-12-2017, regelingnummer: 3215945)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2017, Stcrt. 2017, 69426 (uitgifte: 29-12-2017, regelingnummer: 3215945)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Staatsrecht / Wetgeving
Ook een door een staatssecretaris vastgestelde regeling wordt aangeduid als ministeriële regeling. Zie aanwijzing 3.26.
Tweede lid. Ook voor een ministeriële regeling geldt dat in het algemeen uit de te regelen materie of uit de (ondertekening van de) delegerende regeling blijkt welke bewindspersoon bevoegd is. Indien daarover echter onduidelijkheid kan bestaan of indien een afwijkende bevoegdheidstoedeling is beoogd, dient in de delegerende regeling de formulering ‘bij regeling van Onze Minister van/voor …’ te worden gebruikt. Aangezien bij ministeriële regelingen, anders dan bij wetten en algemene maatregelen van bestuur, de ondertekening door de bewindspersoon of bewindspersonen de vaststelling van de regeling inhoudt, kan in laatstbedoeld geval de regeling slechts worden ondertekend door degene aan wie de regelgevende bevoegdheid is gedelegeerd.
Derde lid. Het vaststellen van een ministeriële regeling door één bewindspersoon in overeenstemming met een of meer andere bewindspersonen, heeft tot gevolg dat de regeling alleen kan worden vastgesteld indien tussen de betrokken bewindspersonen overeenstemming bestaat en dat de regeling uitsluitend door de eerstgenoemde bewindspersoon wordt ondertekend (zie aanwijzing 4.33).