JWB 2014/257
Huur bedrijfsruimte, onzelfstandige woonruimte, bescherming huurder
HR 13-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1401 (De Rooij/Hagenaars)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 juni 2014
- Zaaknummer
11/01104
- LJN
BQ3006
- Roepnaam
De Rooij/Hagenaars
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Juridische beroepen / Rechter
Huurrecht / Algemeen
Huurrecht / Huur van bedrijfsruimte
Huurrecht / Huur van woonruimte
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1401, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑06‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:294, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑04‑2014
ECLI:NL:HR:2011:BQ3006, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑04‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ3006, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑04‑2011
- Wetingang
Art. 7A:1623k BW(oud), art. 81 RO
Essentie
Huur bedrijfsruimte, onzelfstandige woonruimte, bescherming huurder
Samenvatting
Casus
De verweerders in cassatie verhuurden bedrijfsruimte aan een stichting. De stichting heeft een gedeelte daarvan tot onzelfstandige woonruimte verbouwd en aan de eiser tot cassatie onderverhuurd. De eiser tot cassatie heeft de huurpenningen direct aan de verweerders in cassatie betaald. De stichting heeft de betaling van de huurpenningen opgeschort. De kantonrechter heeft de stichting tot betaling van de achterstallige huur veroordeeld en de huurovereenkomst ontbonden. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd. De Hoge Raad heeft het cassatieberoep verworpen. De eiser tot cassatie is door de voorzieningenrechter veroordeeld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.