Rb. Amsterdam, 05-11-2008, nr. 344655 / HA ZA 06-2165
ECLI:NL:RBAMS:2008:BH1597
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
05-11-2008
- Magistraten
Mr. C.H. Rombouts
- Zaaknummer
344655 / HA ZA 06-2165
- LJN
BH1597
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBAMS:2008:BH1597, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 05‑11‑2008
Uitspraak 05‑11‑2008
Mr. C.H. Rombouts
Partij(en)
Vonnis van 5 november 2008
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TELFORT B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
advocaat mr. O. Hammerstein,
tegen
de naamloze vennootschap
FORTIS CORPORATE INSURANCE N.V.,
gevestigd te Amstelveen,
gedaagde,
advocaat mr. F.B. Falkena.
Partijen zullen hierna Telfort en Fortis genoemd worden.
1. De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- —
het incidenteel vonnis van 13 september 2006
- —
de conclusie van antwoord
- —
de akte uitlating producties aan de zijde van Telfort
- —
het tussenvonnis van 16 juli 2008
- —
het proces-verbaal van comparitie van 22 september 2008.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1.
Bij het incidenteel vonnis van 13 september 2006 heeft de rechtbank zich onbevoegd verklaard om in de hoofdzaak kennis te nemen van de vordering jegens de oorspronkelijke medegedaagde UPS SCS (NEDERLAND) B.V. (hierna: UPS) zodat de procedure thans nog slechts speelt tussen Telfort en Fortis.
2.2.
Telfort is een zogenaamde ‘provider’ van telecommunicatiemiddelen. UPS drijft een onderneming die logistieke diensten aan derden verleent. Telfort en UPS zijn op 17 juni 2002 een ‘Logistics Services Agreement’ aangegaan (hierna: de overeenkomst). Op grond van deze overeenkomst verrichtte UPS tegen betaling logistieke diensten, onder meer bestaande uit de opslag van goederen in een distributieruimte gelegen aan de Veldweg 3–5 te Herkenbosch (hierna: het distributiecentrum).
2.3.
Op 20 juni 2003 heeft Telfort een verzekeringsovereenkomst afgesloten met Fortis ter verzekering van onder meer schade ten gevolge van diefstal van de haar in eigendom toebehorende mobiele telefoons met toebehoren. Op het polisblad ingaande 20 juni 2004 met als einddatum 20 juni 2005 is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:
‘Verzekerde som/zaken
(…)
LIGGING (Sub A) Veldweg 3–5 te Herkenbosch, distributiecentrum van UPS waarin hoofdzakelijk opslag van computeronderdelen van derden en opslag van mobiele telefoons van Verzekerde, voorzien van een derdegraads sprinklerinstallatie en inbraakalarminstallaties en videobewaking.
(…)
CLAUSULES Inbraakalarm (tijdens verblijf, sub A en B)
Deze verzekering is ten aanzien van het inbraakrisico aangegaan onder het beding dat het op het polisblad omschreven objecten zijn beveiligd door een alarminstallatie (minimaal klasse 3 BORG)
Verzekerde is verplicht:
- 1.
Een onderhoudscontract af te sluiten met een beveiligingsbedrijf;
(…)’
De hierboven geciteerde clausule zal hierna worden aangeduid als de alarmclausule.
2.4.
In de nacht van 22 op 23 mei 2005 is er ingebroken in het distributiecentrum en zijn 7.099 mobiele telefoons en aanverwante artikelen gestolen. Uit beelden van de beveiligingscamera valt af te leiden dat de daders rond 0.45 uur hebben ingebroken en vanaf dat moment tot circa 03.40 uur in de ruimte aanwezig zijn geweest. Met gebruikmaking van de aanwezige heftrucks hebben ze de telefoons weggenomen en in diverse bestelauto's geplaatst, waarna ze ongemerkt zijn weggereden.
2.5.
Aan een rapport van schade-experts Cunningham Lindsey Nederland B.V. (hierna: Cunningham Lindsey) van 28 oktober 2005 wordt het volgende — voor zover relevant — ontleend:
‘Alarmsysteem Hal C
Zoals reeds eerder vermeld is Hal C van UPS voorzien van een alarmsysteem aangesloten op de particuliere alarmcentrale (PAC) van Securitas. De alarmopvolging vindt plaats door de eigen surveillancedienst van Securitas.
Het inbraakalarmsysteem, Merk Aritech, is werkzaam middels negen passief infrarood sensoren alsmede 18 contact sensoren (onder andere op nooddeuren). De gebruikte passief infrarood sensoren zijn van het type DD477. Het betreffende alarmsysteem is geïnstalleerd door Secuvision Video en Security Solutions B.V.
(…)
Installatieschema
In de bijlagen treft u een installatieplan aan van Hal C waarop de detectoren en camera's staan vermeld. Zoals blijkt uit dit installatieschema is de achterwand van hal C, waardoor de daders naar binnen zijn gekomen, slechts voorzien van 2 passief infrarood sensoren. De breedte van deze achterzijde bedraagt +/- 75 meter. Uit de specificatie van de leverancier Aritech blijkt dat de aanwezige passief infrarood sensoren maar een maximaal bereik van 16 meter hebben, waardoor een groot gedeelte van de achterwand niet gedetecteerd werd.
(…)
Onderhoudscontract
Blijkens verkregen informatie van UPS is een onderhoudscontract tussen UPS en Secuvision Video en Security Solutions B.V. opgemaakt op 12 november 2004. UPS verklaarde ons echter dat dit contract pas op 14 maart 2005 is ingegaan en dat op deze datum het getekende contract is geretourneerd aan Secuvision.
Volgens een brief van de directeur van Secuvision, de heer A, is het onderhoud aan de aanwezige systemen in april 2005 gestart.
Wij ontvingen een kopie van het getekende onderhoudscontract. Op pagina 4 van dit contract troffen wij de handgeschreven datum 3 juni 2005 aan. Wij hebben navraag gedaan bij UPS. Verzekerde deelde ons mede niet te weten waar deze datum vandaan komt en bleef bij haar verklaring dat dit contract reeds in maart 2005 was ingegaan.
Wij hebben vervolgens contact opgenomen met Secuvision. De heer A deelde ons mede, onder andere uit veiligheidsoverwegingen, geen nadere informatie aan ons te willen verschaffen en verwees ons naar UPS, zijnde haar contractpartner.
Borgklasse
Wij hebben UPS verzocht ons een borgcertificaat van het aanwezige systeem te overhandigen. Na lange tijd heeft UPS ons geïnformeerd dat dit systeem niet voorzien was van een borgklasse-certificering.
Inspecties
Volgens onze informatie hebben geen inspecties door verzekeraars plaatsgevonden in Hal C van UPS voor dit evenement. UPS deelde ons mede dat een inspectie zou hebben plaatsgevonden door Telfort en haar verzekeraars in mei 2004. Uw verzekerde en haar tussenpersoon konden dit echter niet bevestigen.
Tevens hebben wij contact opgenomen met de brandverzekeraar van Telfort die ons mededeelde dat zij geen inspectie heeft laten uitvoeren vóór dit evenement.
(…)
Aanvullende besprekingen
Direct na ons eerste bezoek hebben wij UPS verzocht ons alle benodigde informatie te verstrekken. UPS, haar Legal Department en haar expert hebben ons evenwel de door ons gevraagde informatie geruime tijd onthouden, met name informatie over het alarmsysteem. Pas na veel correspondentie tussen ons en UPS/haar expert en correspondentie tussen benoemde advocaten, zijn wij uiteindelijk in augustus 2005 uitgenodigd voor een bespreking. (…)
Tijdens deze bespreking spraken wij tevens met mevrouw B over het aanwezige alarmsysteem. Mevrouw B deelde ons mede dat na ontdekking van de diefstal het alarmsysteem op haar werking was gecontroleerd door twee onafhankelijke bedrijven.
Volgens haar informatie werkte het alarmsysteem naar behoren. Wel deelde mevrouw B ons mede dat zij en deze twee onafhankelijke bedrijven bedenkingen hadden bij de wijze waarop het alarmsysteem was geïnstalleerd door Secuvision, met name aangaande de wijze waarop de sensoren waren aangebracht.
Ten tijde van de tweede bespreking stelden wij vast dat diverse extra passief infrarood sensoren in Hal C waren aangebracht, kennelijk om de gehele Hal C onder detectie te krijgen.
Losse bedrading
Ten tijde van ons eerste bezoek aan UPS, direct na de inbraak hebben wij losse bedradingen aangetroffen op de achterwand van Hal C. Dit betreft de wand waardoor de daders naar binnen waren gekomen.
In eerste instantie namen wij en de Security afdeling van UPS aan dat deze bedrading geschakeld had gezeten aan diverse andere infrarood sensoren. Dit mede omdat wij via Telfort security erover werden geïnformeerd dat tijdens haar onderzoek was gebleken dat ‘onderhoudswerkzaamheden’ werden uitgevoerd ten tijde van de inbraak.
Tevens had de Telfort Security Manager vernomen dat deze werkzaamheden tijdelijk waren gestopt omdat er nog geen financiële goedkeurig was verkregen voor deze werkzaamheden.
Wij hebben deze bevindingen vervolgens besproken met UPS die ons mededeelde dat vlak voor de inbraak besloten was het alarmsysteem te updaten. De werkzaamheden waren echter nog niet afgerond. UPS ontkende dat extra sensoren op de achterwand hadden gezeten en verwees ons naar het installatieschema.
Wij hebben vervolgens UPS verzocht ons een kopie van het upgrading plan van het alarmsysteem toe te sturen teneinde de juistheid van het in ons bezit zijnde installatieschema bevestigd te krijgen. In dit plan zouden namelijk de huidige situatie en de nieuwe voorgestelde situatie benoemd worden. UPS zegde ons in eerste instantie toe ons een afschrift van dit plan toe te zullen zenden. Uiteindelijk heeft het Legal Department dit geweigerd uit veiligheidsoverwegingen.
Derhalve kunnen wij slechts terugvallen op het installatieschema dat wij van UPS ontvingen. Op dit installatieschema zijn slechts twee sensoren afgebeeld op de achterwand van Hal C, zoals reeds eerder besproken. Derhalve kunnen wij slechts concluderen dat geen sprake was van verwijderde sensoren, maar dat ten tijde van de inbraak al wel voorbereidende upgrading werkzaamheden waren gestart.
(…)
Uitdraai alarmsysteem
Op ons verzoek heeft UPS ons voorzien van een uitdraai van het aanwezige alarmsysteem. Hierop staan de tijden vermeld zoals die reeds eerder in dit rapport besproken zijn. Verdere bijzonderheden hebben wij niet aangetroffen.
Conclusie
(…)
Onzes inziens heeft deze inbraak mede kunnen plaatsvinden doordat het alarmsysteem in Hal C van het warehouse van UPS niet de gehele ruimte van Hal C detecteerde en derhlave ontoereikend was.
Op de achterwand van Hal C (met een totale breedte van circa 75 meter) waren namelijk slechts twee sensoren aangebracht met een maximaal bereid van ieder 16 meter.
De daders hebben zich via een gat in de achterwand (op een afstand van ongeveer 19 meter van de sensor) toegang tot Hal C verschaft zonder daarbij door het alarmsysteem gedetecteerd te worden. Vervolgens hebben de daders enkele uren de tijd gehad om de goederen van uw verzekerde weg te nemen. (…)’
2.6.
Cunningham Lindsey heeft het schadebedrag vastgesteld op EUR 963.617,09.
2.7.
Bij arbitraal vonnis van 30 november 2007 is UPS op basis van de overeenkomst aansprakelijk gehouden voor de door Telfort geleden schade en is voorts geoordeeld dat haar geen beroep toekwam op de uitsluiting van aansprakelijkheid. Daartoe oordeelden de arbiters dat een ‘careful service provider’ de diefstal had kunnen voorkomen. Het beroep van UPS op de beperking van haar aansprakelijkheid is wel gehonoreerd. Zij is bij het vonnis veroordeeld om aan Telfort een bedrag van EUR 200.000,= te voldoen, vermeerderd met rente en kosten.
3. Het geschil
3.1.
Telfort vordert — na wijziging van eis en samengevat — veroordeling van Fortis tot betaling van EUR 817.158,12, vermeerderd met rente en kosten. Dit is het bedrag aan schade dat voor Telfort resteert na aftrek van de bijdrage van UPS. Aan deze vordering legt zij nakoming van de verzekeringsovereenkomst ten grondslag.
3.2.
Fortis voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1.
De rechtbank is van oordeel dat de vordering voor afwijzing gereed ligt omdat Fortis zich terecht heeft beroepen op de alarmclausule. Hiertoe is als volgt overwogen.
4.2.
Tussen partijen is primair in geschil of de alarmclausule aan te merken valt als een opschortende voorwaarde voor dekking dan wel als garantieclausule. De vraag hoe in een schriftelijk contract de verhouding van partijen is geregeld en of dit contract een leemte laat die moet worden aangevuld, kan niet worden beantwoord op grond van alleen maar een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van dat contract. Voor de beantwoording van die vraag komt het immers aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij kan mede van belang zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige partijen kan worden verwacht.
4.3.
De rechtbank is van oordeel dat uit de bewoordingen van de polis niet anders kan worden afgeleid dan dat het vereiste van een alarminstallatie van minimaal klasse 3 BORG een garantieclausule betreft. Indien Fortis had beoogd slechts dekking te verlenen voor zaken die op die manier beveiligd waren had het op haar weg gelegen dit duidelijk en onomwonden in de dekkingsomschrijving op te nemen. In de dekkingsomschrijving, zoals hiervoor aangehaald onder 2.3, staat dit echter niet vermeld. Daarin is slechts vermeld dat verzekerd zijn zaken in het distributiecentrum, voorzien van een alarmsysteem. Het vereiste dat dit alarmsysteem moet voldoen aan meergenoemde eisen staat vermeld onder het hoofdje clausules. Met dergelijke bewoordingen kan niet geoordeeld worden dat een redelijke uitleg van de polis is dat de extra eisen aan het alarmsysteem de dekking zouden omschrijven.
4.4.
Anders dan Fortis is de rechtbank van oordeel dat het aan haar is haar beroep op deze clausule te onderbouwen met feiten en omstandigheden waarvan zij de bewijslast draagt, nu zij degene is die zich op de rechtsgevolgen beroept. De rechtbank is echter van oordeel dat zij haar beroep erop met de verwijzing naar het rapport van Cunningham Lindsey voldoende heeft onderbouwd.
4.5.
Telfort heeft haar betwisting van de gegrondheid van dit beroep niet anders gemotiveerd dan door zich op het standpunt te stellen dat het alarmsysteem wel aan de vereisten voldeed. Onder verwijzing naar het door Fortis aangehaalde arrest van de Hoge Raad van 8 oktober 1999 (RvdW 1999,137) acht de rechtbank dit onvoldoende. Fortis heeft in haar conclusie van antwoord uitgebreid beschreven hoe het systeem van de BORG klasse-certificering werkt. Daarbij heeft ze onder andere aangevoerd dat voor een systeem dat aan de vereisten voldoet in beginsel een bijbehorend certificaat wordt verstrekt. Dit is slechts anders in uitzonderingsgevallen, waarbij Fortis als voorbeeld heeft genoemd dat een certificaat wordt achtergehouden in afwachting van te betalen facturen. Daarnaast heeft Fortis verwezen naar het rapport van Cunningham Lindsey waaruit onbetwist valt af te leiden dat sprake was van een alarmsysteem dat onvoldoende bereik had voor de hele achterwand en dat onvoldoende is gebleken om een uren durende inbraak te detecteren en dat de in de loods aangebrachte infrarood detectoren niet voorkomen op de lijst van door NCP goedgekeurde alarmcomponenten. Onder die omstandigheden had het op de weg gelegen van Telfort haar stelling dat sprake was van een systeem dat voldeed aan de vereisten nader te specificeren en te documenteren. Haar enkele ter comparitie ingenomen stellingen dat het alarmsysteem door een NCP-erkend bedrijf is aangelegd, is daartoe onvoldoende. Het had, gelet op het door Fortis aangevoerde, minimaal op haar weg gelegen een verklaring te geven voor het ontbreken van het certificaat.
4.6.
Het vorenoverwogene brengt met zich dat als onvoldoende gemotiveerd betwist kan worden aangenomen dat het alarmsysteem niet voldeed aan de eisen die behoren bij minimaal klasse 3 BORG. In het midden kan daarbij blijven of er ten tijde van de inbraak al een geldig onderhoudscontract van kracht was. Het beroep van Fortis op de garantieclausule wordt dan ook gehonoreerd zodat Fortis zich op verval van dekking kan beroepen. Dit leidt tot afwijzing van de vordering.
4.7.
Telfort zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De gevorderde veroordeling in de nakosten moet worden afgewezen, nu in artikel 237, lid 4, Rv voor het verhaal van deze kosten een bijzondere procedure is voorgeschreven. De kosten aan de zijde van Fortis worden begroot op:
— | explootkosten | EUR | 0,00 | |
— | vast recht | 4.667,00 | ||
— | getuigenkosten | 0,00 | ||
— | deskundigen | 0,00 | ||
— | overige kosten | 0,00 | ||
— | salaris advocaat | 5.160,00 | (2,0 punten × tarief EUR 2.580,00) | |
Totaal | EUR | 9.827,00 |
5. De beslissing
De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Telfort in de proceskosten, aan de zijde van Fortis tot op heden begroot op EUR 9.827,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.H. Rombouts en in het openbaar uitgesproken op 5 november 2008.