RvdW 1999, 137
Brandverzekering / stelplicht
HR 08-10-1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2981
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 oktober 1999
- Magistraten
Roelvink, Korthals Altes, Herrmann, Van der Putt-Lauwers, Fleers
- Zaaknummer
C98/059HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
ZC2981
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verzekeringsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZC2981, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑10‑1999
- Wetingang
Rv art. 177
Essentie
Brandverzekering. Stelplicht.
Niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting omtrent de stelplicht van verzekerde geeft 's Hofs oordeel dat verzekerde haar stelling dat de aangebrachte brandmeldinstallatie aan de polisvoorwaarden voldeed, nader diende te documenteren tegenover de specifieke gegevens vervat in het door de verzekeraar overgelegde rapport.
Samenvatting
Door verzekerde via assurantietussenpersoon afgesloten opstalverzekering voor winkelcentrum. Van verzekeringspolis maakt deel uit de clausule dat de verzekering geschiedt op de uitdrukkelijke voorwaarde dat het winkelcentrum voorzien is van een automatische brandmeld- en inbraaksignaleringsinstallatie met een doormelding naar een particuliere alarmcentrale. Bij brief heeft verzekeringsmaatschappij de assurantietussenpersoon er o.m. op gewezen dat indien ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.