RFR 2015/69
Familieprocesrecht. Wat zijn de criteria voor toewijzing van een incident tot uitvoerbaarverklaring bij voorraad?
HR 20-03-2015, ECLI:NL:HR:2015:688
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 maart 2015
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/04367
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS920790:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Burgerlijk procesrecht / Rechtspleging van onderscheiden aard
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:374, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑03‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2208, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑10‑2015
ECLI:NL:HR:2015:688, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑03‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:18, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑01‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑10‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑08‑2014
- Wetingang
Art. 234 Rv; art. 360 lid 2 Rv
Essentie
Familieprocesrecht.
Wat zijn de criteria voor toewijzing van een incident tot uitvoerbaarverklaring bij voorraad?
Samenvatting
Partijen procederen over de vermogensrechtelijke afwikkeling van het huwelijk. Bij beschikking van 28 mei 2014 heeft het hof de man het uitsluitend gebruik van de woning gegeven en de vrouw daarbij een gebruikersvergoeding toegekend van € 2.000 per maand vanaf 22 mei 2013, tot en met de dag dat het gebruik door de man eindigt. Ondanks het verzoek van de vrouw werd de beschikking zonder enige nadere motivering niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De vrouw is daarop in cassatie gegaan en verzocht in incident ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.