RAR 2010/86
Matiging. Was de rechter op grond van art. 7:680a BW bevoegd om de vordering tot doorbetaling van het loon ambtshalve te matigen?
HR 16-04-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL1532 (Abbès/Balder)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 april 2010
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, W.A.M. van Schendel, F.B. Bakels
- Zaaknummer
08/04071
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BL1532
- Roepnaam
Abbès/Balder
- JCDI
JCDI:ADS874475:1
- Vakgebied(en)
Personeelsaangelegenheden / Instroom en uitstroom van personeel
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL1532, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑04‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL1532, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑01‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑08‑2008
- Wetingang
BW art. 7:680a
Essentie
Matiging. Ontslag op staande voet.
Was de rechter op grond van art. 7:680a BW bevoegd om de vordering tot doorbetaling van het loon ambtshalve te matigen?
Samenvatting
Werknemer, per 4 februari 2004 voor onbepaalde tijd bij werkgever in dienst getreden, wordt op 22 maart 2005 op staande voet ontslagen. De kantonrechter oordeelt dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is en veroordeelt werkgever tot betaling van het loon over de periode vanaf 22 maart 2005 tot aan de datum waarop de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn geëindigd. In hoger beroep bekrachtigt het hof het oordeel dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.