NJ 2023/43
Geen gevolgen verkeerde beëdiging rechterlijk ambtenaren.
HR 21-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1438, m.nt. W.H. Vellinga
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 oktober 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, J. de Hullu, Y. Buruma, M.J. Borgers, C. Caminada
- Zaaknummer
22/02977
- Conclusie
P-G mr. F.W. Bleichrodt
- Noot
W.H. Vellinga
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS686114:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1438, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑10‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:819, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑09‑2022
- Wetingang
Essentie
Dat een rechterlijk ambtenaar met rechtspraak belast de eed/belofte voor een rijksambtenaar heeft afgelegd in plaats van die van een rechterlijk ambtenaar heeft niet tot gevolg dat hij niet zou kunnen worden aangemerkt als een rechterlijk ambtenaar met rechtspraak belast. Dat een A-G op deze onjuiste wijze is beëdigd heeft niet tot gevolg dat hij niet zou kunnen worden aangemerkt als een rechterlijk ambtenaar.
Samenvatting
Cassatie in het belang der wet. In een geval waarin een uitspraak alleen of mede is gewezen door een rechterlijk ambtenaar die voorafgaand aan de indiensttreding een eed of belofte heeft afgelegd met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.