JWB 2011/428
Bestuursrecht
HR 09-09-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ7066 (Dumatrust e.a./Ontvanger)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 september 2011
- Zaaknummer
10/01065
- LJN
BQ7066
- Roepnaam
Dumatrust e.a./Ontvanger
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ7066, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑09‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ7066, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑05‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑01‑2010
- Wetingang
Art. 81 RO; Invorderingswet 1990
Essentie
Bestuursrecht
Samenvatting
Casus
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 132550/HA ZA 07-223 van de rechtbank Haarlem van 12 maart 2008;
b. het arrest in de zaak 200.011.934/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 13 oktober 2009
Rechtsvraag
Is de dwanginvordering door de Ontvanger onrechtmatig jegens derden die door handelen belastingschuldigen (verduisteren gelden) zijn benadeeld?
Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het principale cassatieberoep. Daartoe overweegt zij onder meer als volgt.
Een rechtsgeldig betekend executoriaal derdenbeslag is een akte van vervolging in de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.