Einde inhoudsopgave
Wet toezicht effectenverkeer 1995
Artikel 48f [Kennisgeving]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2000
- Bronpublicatie:
28-10-1999, Stb. 1999, 509 (uitgifte: 09-12-1999, kamerstukken: 25821)
- Inwerkingtreding
01-01-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-1999, Stb. 1999, 588 (uitgifte: 01-01-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
1.
Indien Onze Minister voornemens is een boete op te leggen, geeft hij de betrokkene daarvan kennis onder vermelding van de gronden waarop het voornemen berust.
2.
In afwijking van afdeling 4.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht, stelt Onze Minister de betrokkene in de gelegenheid om naar keuze schriftelijk of mondeling zijn zienswijze naar voren te brengen voordat de boete wordt opgelegd, tenzij het een overtreding betreft die in de bijlage of de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 48d, is aangewezen.