V-N 2015/17.7
Erfgenamen betalen ieder apart griffierecht
HR 27-03-2015, ECLI:NL:HR:2015:741, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 maart 2015
- Magistraten
Koopman, Groeneveld, Wortel
- Zaaknummer
14/03189
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- JCDI
JCDI:ADS920498:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht (V)
Fiscaal procesrecht / Griffierecht
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:741, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑03‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑03‑2015
- Wetingang
art. 26a AWR; art. 8:41 lid 3 Awb; art. 72 SW 1956
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat het instellen van een rechtsmiddel niet tot de verplichtingen behoort die door een door de rechter benoemde vereffenaar moeten worden nagekomen. Er is dus terecht van iedere afzonderlijke erfgenaam griffierecht geheven.
Samenvatting
Mevrouw A (erflaatser) overlijdt in 2008. Bij beschikking van de rechtbank is een derde (niet-erfgenaam) tot vereffenaar van de nalatenschap benoemd. In geschil zijn de aanslagen successierecht van de negen erfgenamen, belanghebbenden X1 t/m X9, en in het bijzonder of Rechtbank Den Haag en Hof Den Haag hadden moeten oordelen dat ter zake van het tegen de uitspraken op bezwaar ingestelde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.