RFR 2012/1
Civiel kinderbeschermingsrecht. Kan een machtiging uithuisplaatsing een plaatsing betreffen bij de andere met gezag belaste ouder? Ontvankelijkheid verlopen machtiging.
HR 14-10-2011, ECLI:NL:HR:2011:BR5151
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 oktober 2011
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, W.A.M. van Schendel, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, C.E. Drion
- Zaaknummer
10/04582
- Conclusie
A-G Huydecoper
- LJN
BR5151
- JCDI
JCDI:ADS910322:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
Burgerlijk procesrecht / Rechtspleging van onderscheiden aard
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BR5151, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑10‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BR5151, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑08‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑10‑2010
- Wetingang
Essentie
Civiel kinderbeschermingsrecht. Familieprocesrecht.
Kan een machtiging uithuisplaatsing een plaatsing betreffen bij de andere met gezag belaste ouder? Is een beroep tegen een beschikking waarin een machtiging uithuisplaatsing in een pleeggezin is verleend, welke machtiging inmiddels is verlopen, ontvankelijk?
Samenvatting
De zoon had na de echtscheiding van de ouders zijn vaste verblijfplaats bij de moeder. Nadat de moeder begin 2009 psychische problemen kreeg en korte tijd in een psychiatrische instelling werd opgenomen, is het kind onder toezicht gesteld en door Bureau Jeugdzorg op grond van een door de kinderrechter verleende machtiging uithuisplaatsing ‘in een verblijf pleegouder 24 uur’ achtereenvolgens ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.