V-N Vandaag 2018/668:A-G adviseert om ‘absoluut-aanzienlijk-vereiste’ bij omkering bewijslast te laten vallen

V-N Vandaag 2018/668

A-G adviseert om ‘absoluut-aanzienlijk-vereiste’ bij omkering bewijslast te laten vallen

Documentgegevens:

HR (A-G) 08-03-2018, ECLI:NL:PHR:2018:231

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
Datum: 8 maart 2018
Zaaknummer: 17/04145
17/04146
Vakgebied(en): Fiscaal procesrecht / Bewijs
Fiscaal bestuursrecht / Aangifte
Inkomstenbelasting / Winst
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2018:1358, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑08‑2018
ECLI:NL:HR:2018:1312, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑08‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:231, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑03‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑03‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑10‑2017
Wetingang: Algemene wet inzake rijksbelastingen (BWBR0002320, 27e)Algemene wet inzake rijksbelastingen (BWBR0002320, 25)Wet inkomstenbelasting 2001 (BWBR0011353, 3.25)

Essentie

Advocaat-generaal IJzerman concludeert dat de bewijslast moet worden omgekeerd. De A-G stelt hierbij voor om het ‘absoluut-aanzienlijk-vereiste’ te laten vallen, waardoor in casu de vereiste aangiften niet zijn gedaan.

Samenvatting

X exploiteert, in vof-verband met zijn echtgenote, Y, een Vietnamees specialiteitenrestaurant. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur IB-navorderingsaanslagen 2008 op aan X en Y. Uit het boekenonderzoek blijkt namelijk dat X en Y de administratie hebben gemanipuleerd. De inspecteur concludeert vervolgens dat per dag een omzet van € 555,84 niet is verantwoord, en past uiteindelijk een omzetcorrectie van € 182.000 toe. Hij houdt verder rekening met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.