JWB 2002/289
Verschuldigd griffierecht, positie van advocaat en opdrachtgever, hoofdelijke aansprakelijkheid
HR 09-08-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE2509
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 augustus 2002
- Zaaknummer
R01/139HR
- LJN
AE2509
- Vakgebied(en)
Recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AE2509, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑08‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AE2509, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑08‑2002
- Wetingang
Essentie
Verschuldigd griffierecht, positie van advocaat en opdrachtgever, hoofdelijke aansprakelijkheid
Samenvatting
Casus
Opposant is advocaat bij de Hoge Raad en als zodanig is tegen hem een dwangbevel uitgevaardigd wegens verschuldigde griffierechten. Opposant is hiertegen in verzet gekomen op grond van art. 22 lid 4 WTBZ. De griffier van de Hoge Raad heeft een verweerschrift ingediend. Met opposant bestaat geen rekening-courant verhouding op grond waarvan rechten en voorschotten met hem kunnen worden verrekend.
Rechtsvraag
In cassatie staat de vraag centraal of alvorens opposant aan te kunnen spreken wegens verschuldigde griffierechten eerst diens opdrachtgever had moeten worden aangesproken.
Beslissing
De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.