NJ 2015/384
Wederspannigheid en belediging ambtenaar in rechtmatige uitoefening van de bediening; klacht over overweging ten overvloede leidt niet tot cassatie.
HR 26-05-2015, ECLI:NL:HR:2015:1327, m.nt. J.M. Reijntjes
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 mei 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, V. van den Brink
- Zaaknummer
13/05039
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Noot
J.M. Reijntjes
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS153901:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1327, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑05‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:665, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑03‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑10‑2014
- Wetingang
Essentie
Het betoog dat verdachte, voorafgaand aan de wederspannigheid en de belediging van een ambtenaar in de rechtmatige uitoefening van de bediening, een klap heeft gekregen van een agent, is door het hof niet aannemelijk bevonden omdat het in strijd is met de inhoud van de processen-verbaal. Nu dit oordeel de verwerping van het betoog zelfstandig draagt, kan de — op zichzelf terechte — klacht over de kennelijk ten overvloede bedoelde overweging dat de door verdachte gestelde toedracht geen invloed heeft op het bewezenverklaarde, niet tot cassatie leiden.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.