NJB 2017/1130
Salduz-recht om een raadsman te raadplegen: het oordeel dat van – mogelijk – met schending van dit recht afgelegde verklaringen voor het bewijs kunnen worden gebruikt op de grond dat de verdachte ter terechtzitting in eerste aanleg en ter terechtzitting in hoger beroep heeft verklaard dat hij bij die verklaringen blijft en daarom geen belang heeft bij zijn verweer, geeft blijk van een onjuiste rechtsopvatting
HR 09-05-2017, ECLI:NL:HR:2017:830
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 mei 2017
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.S.G.N.A.I. van de Griend en E.F. Faase
- Zaaknummer
15/05118
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑05‑2017
ECLI:NL:HR:2017:830, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑05‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:316, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑02‑2017
- Wetingang
Essentie
Salduz-recht om een raadsman te raadplegen: het oordeel dat van – mogelijk – met schending van dit recht afgelegde verklaringen voor het bewijs kunnen worden gebruikt op de grond dat de verdachte ter terechtzitting in eerste aanleg en ter terechtzitting in hoger beroep heeft verklaard dat hij bij die verklaringen blijft en daarom geen belang heeft bij zijn verweer, geeft blijk van een onjuiste rechtsopvatting
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld wegens – kort gezegd – ‘feitelijke leiding geven aan het door een rechtspersoon begaan van opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist of onvolledig doen, terwijl het feit ertoe strekt dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.