JWB 2003/304
Internationaal privaatrecht, betekening, oproeping, gedinginleidend stuk, Duits procesrecht
HR 11-07-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF7674
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 juli 2003
- Zaaknummer
C01/358HR
- LJN
AF7674
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF7674, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑07‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF7674, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑07‑2003
- Wetingang
Art. 27 sub 2 Brussel I; art. 5 lid 1 onder a Haags Betekeningsverdrag 1965; art. 10 Haags Betekeningsverdrag 1965
Essentie
Internationaal privaatrecht, betekening, oproeping, gedinginleidend stuk, Duits procesrecht
Samenvatting
Casus
De in Duitsland woonachtige eiseres tot cassatie heeft bij een Duitse rechter een vordering wegens achterstallige huur tegen de in Nederland woonachtige verweerder in cassatie ingesteld. Op 1 september 1994 is door de tussenkomst van de Officier van Justitie van de woonplaats van de verweerder terzake daarvan aan de echtgenote van de verweerder de dagvaarding en de oproeping voor de zitting op 6 juni 1995 voor deze rechter betekend. De verweerder is op deze zittinig niet verschenen. De aangezochte Duitse rechter heeft zich onbevoegd verklaard en de zaak naar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.