Einde inhoudsopgave
Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies 2021
Artikel 5.3.172
Geldend
Geldend van 23-07-2022 tot 17-10-2027
- Bronpublicatie:
11-07-2022, Stcrt. 2022, 18453 (uitgifte: 22-07-2022, regelingnummer: WJZ/ 22162633)
- Inwerkingtreding
23-07-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-07-2022, Stcrt. 2022, 18453 (uitgifte: 22-07-2022, regelingnummer: WJZ/ 22162633)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Subsidie
1.
Producentenorganisaties die een operationeel programma ten uitvoer leggen kunnen een onderling fonds als bedoeld in artikel 47, tweede lid, onderdeel a van verordening 2021/2115 oprichten.
2.
De vulling van het onderlinge fonds is subsidiabel.
3.
De aanvulling van het onderlinge fonds uit het actiefonds na uitkering van vergoedingen aan een of meer leden is subsidiabel indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- a.
De vergoeding is uitgekeerd ter compensatie van:
- 1°
een daling van het gemiddelde inkomen van het lid als gevolg van ongunstige marktomstandigheden met meer dan 20%, waarbij het gemiddelde inkomen wordt berekend op basis van de waarde van de door het lid afgezette productie over de drie voorafgaande jaren; of
- 2°
de stijging van de prijzen van grondstoffen met meer dan 20% over de drie voorafgaande jaren zonder dat deze prijsstijging heeft geleid tot een evenredige toename van de waarde van de afgezette productie van het lid;
- 3°
een daling van het gemiddelde inkomen van het lid als gevolg van het rooien van gewas als gevolg van ziekten en plagen met meer dan 20%, waarbij het gemiddelde inkomen wordt berekend op basis van de waarde van de door het lid afgezette productie over de drie voorafgaande jaren; en
- b.
de vergoeding heeft niet meer bedragen dan 70% van het inkomensverlies van het betreffende lid.
4.
De ongunstige marktomstandigheden, fytosanitaire noodzaak of stijging van de grondstofprijzen worden door de producentenorganisatie gemotiveerd en gedocumenteerd.
5.
Een onderling fonds wordt opgericht door middel van een notariële akte, waarin in ieder geval is bepaald:
- a.
de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder het onderlinge fonds in overeenstemming met artikel 47, tweede lid, onderdeel a) van verordening 2115/2021 uitkeert;
- b.
de wijze waarop het onderlinge fonds wordt beheerd, inclusief sancties bij niet naleving van de voorwaarden door de leden en terugbetaling uit het fonds na minimaal 5 jaren.
- c.
de wijze waarop het onderlinge fonds wordt gevuld, en
- d.
de wijze waarop uitkeringen plaats zullen vinden.
6.
Het voornemen tot het oprichten van het fonds en de ontwerp akte, bedoeld in het vijfde lid, worden door de algemene vergadering goedgekeurd.
7.
Indien de bijdragen aan of de uitkering uit het onderlinge fonds gedifferentieerd worden, wordt deze differentiatie in de notariële akte vastgelegd.
8.
Het vermogen van het onderlinge fonds wordt afgezonderd van overige financiële middelen van de producentenorganisatie. Hiertoe wordt in ieder geval een aparte bankrekening gebruikt.
9.
Uitgaven, inclusief personeelskosten, die gepaard gaan met het oprichten van het onderlinge fonds zijn subsidiabel binnen de voorwaarden en maxima uit artikel 15, tweede en derde lid, van verordening 2022/126 en hebben betrekking op het beheer van het fonds, waaronder uitgaven voor externe kosten zoals kosten voor de notaris, de accountant of de bank.
10.
Uitkering van vergoedingen als bedoeld in het derde lid is slechts mogelijk indien voor de betreffende ongunstige marktomstandigheden, fytosanitaire noodzaak of stijging van de prijzen van grondstoffen geen andere activiteiten uit de artikelen 5.3.173 tot en met 5.3.184 worden ingezet.
11.
Over het beheer van het onderlinge fonds wordt een verklaring van een externe accountant verstrekt, volgens een door de minister vastgesteld format.