BNB 2023/14
Geen overdrachtsbelasting, maar omzetbelasting verschuldigd omdat door ingrijpende verbouwing van een fabrieksgebouw tot winkelgebied in wezen nieuwbouw is ontstaan
HR 11-11-2022, ECLI:NL:HR:2022:1609, m.nt. B.G. van Zadelhoff
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 november 2022
- Magistraten
Mrs. Van Hilten, Punt, Fierstra, Faase, Van Eijsden
- Zaaknummer
20/01344
- Conclusie
A-G Ettema
- Noot
B.G. van Zadelhoff
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS681478:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Levering van goederen en diensten
Belastingen van rechtsverkeer / Overdrachtsbelasting
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑11‑2022
ECLI:NL:HR:2022:1609, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑11‑2022
Conclusie, Hoge Raad, 03‑01‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:6, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 03‑01‑2022
- Wetingang
Art. 15 lid 1 onderdeel a Wet BRV; art. 11 lid 3 onderdeel b Wet OB 1968
Essentie
Geen overdrachtsbelasting, maar omzetbelasting verschuldigd omdat door ingrijpende verbouwing van een fabrieksgebouw tot winkelgebied in wezen nieuwbouw is ontstaan
Samenvatting
Belanghebbende heeft een tot winkelgebied verbouwd fabriekscomplex gekocht. Met het oog op die verbouwing was het complex verdeeld in de bouwdelen A, B1, B2 en C. De bouwdelen A, B2 en C zijn volledig gesloopt en in de plaats daarvan is nieuwbouw verrezen. Bouwdeel B1, waarin zich als rijksmonument beschermde delen van het voormalige fabriekscomplex bevinden, is niet gesloopt maar ingrijpend verbouwd. Het Hof heeft geoordeeld dat de verkrijging door belanghebbende van bouwdeel B1 is belast met overdrachtsbelasting ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.