AB 2016/397
Ambtshalve aanvulling feiten. Ambtshalve toetsing. Procesbelang. Goede procesorde. Proefplaatsing. De onderzoeksbevoegdheid van de bestuursrechter eindigt niet na het vooronderzoek; en ook niet na het verzenden van de kennisgevingen voor de zitting. Ook nadien mocht de rechtbank nog een stuk opvragen bij het Uwv.
CRvB 31-08-2016, ECLI:NL:CRVB:2016:3232, m.nt. B.W.N. de Waard
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
31 augustus 2016
- Magistraten
Mr. B.M. van Dun
- Zaaknummer
15-4682 WW
- Noot
B.W.N. de Waard
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS924774:1
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Rechtspraak
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2016:3232, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 31‑08‑2016
- Wetingang
Art. 8:45, 8:69 lid 1, 8:69 lid 3 Awb
Essentie
Ambtshalve aanvulling feiten. Ambtshalve toetsing. Procesbelang. Goede procesorde. Proefplaatsing. De onderzoeksbevoegdheid van de bestuursrechter eindigt niet na het vooronderzoek; en ook niet na het verzenden van de kennisgevingen voor de zitting. Ook nadien mocht de rechtbank nog een stuk opvragen bij het Uwv.
Samenvatting
Met het opvragen van een stuk bij het Uwv na de verzending van de kennisgevingen voor de zitting heeft de rechtbank art. 8:45 van de Awb niet geschonden.
De in het opgevraagde stuk neergelegde informatie, dat de WW-uitkering van appellant met ingang van 29 september 2014 was beëindigd in verband met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.