RvdW 2015/89
Wet Bopz. Machtiging tot voortzetting inbewaringstelling (art. 27 Wet Bopz); rechtsmiddelenverbod; doorbrekingsgronden; grondrecht op vrijheid. Wenst betrokkene toevoeging andere raadsman?; onderzoeksplicht en motiveringsplicht rechter.
HR 19-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3663
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 december 2014
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
14/05010
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Strafprocesrecht / Voorfase
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3663, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑12‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:2320, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑10‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑09‑2014
- Wetingang
Essentie
Wet Bopz. Machtiging tot voortzetting inbewaringstelling (art. 27 Wet Bopz); rechtsmiddelenverbod; doorbrekingsgronden; grondrecht op vrijheid. Wenst betrokkene toevoeging andere raadsman?; onderzoeksplicht en motiveringsplicht rechter.
Het beroep is gericht tegen een beschikking op een verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling als bedoeld in art. 27 Wet Bopz. Ingevolge art. 29 lid 5 Wet Bopz staat tegen deze beschikking geen gewoon rechtsmiddel open. Het middel klaagt evenwel over het niet in acht nemen van een essentiële waarborg voor het grondrecht op vrijheid, in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.