Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 3:288h [Governance-eisen]
Geldend
Geldend vanaf 19-07-2019
- Bronpublicatie:
03-07-2019, Stb. 2019, 265 (uitgifte: 18-07-2019, kamerstukken: 35117)
- Inwerkingtreding
19-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-07-2019, Stb. 2019, 265 (uitgifte: 18-07-2019, kamerstukken: 35117)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De artikelen 3:8, 3:9, 3:173:18, en 3:72, derde, zesde en achtste lid, zijn van overeenkomstige toepassing op het niveau van de verzekeringsrichtlijngroep.
2.
Een Nederlandse herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar als bedoeld in artikel 3:285, eerste en tweede lid, past de risicomanagement- en internecontrolesystemen en rapportageprocedures in de verzekeringsrichtlijngroep consequent toe waardoor deze systemen en procedures op het niveau van die groep kunnen worden gecontroleerd.
3.
Een in het tweede lid bedoelde verzekeraar beschikt over internecontrolesystemen die ten minste omvatten:
- a.
adequate procedures met betrekking tot de groepssolvabiliteit om alle bestaande materiële risico's te bepalen en te meten en het in aanmerking komend eigen vermogen naar behoren af te stemmen op de risico's;
- b.
gedegen rapportage- en financiële- verslaggevingprocedures om de intragroepsovereenkomsten en -posities en de risicoconcentratie te bewaken en te beheren.
4.
Een in het tweede lid bedoelde verzekeraar of de gemengde financiële holding of verzekeringsholding voert de ingevolge artikel 3:17, tweede lid, vereiste beoordeling van het eigen risico en solvabiliteit uit op het niveau van de groep.
5.
De in het tweede lid bedoelde verzekeraar draagt er zorg voor dat indien de berekening van de solvabiliteit op het niveau van de richtlijngroep wordt uitgevoerd met gebruikmaking van de standaardmethode, de groepstoezichthouder inzicht heeft in het verschil tussen de som van de solvabiliteitskapitaalvereisten van alle verzekeraars in de verzekeringsrichtlijngroep en het geconsolideerde solvabiliteitskapitaalvereiste van die groep.
6.
7.
Indien de Nederlandsche Bank groepstoezichthouder is, kan zij er mee instemmen dat de beoordeling van het eigen risico en de solvabiliteit tegelijkertijd op het niveau van de verzekeringsrichtlijngroep en op het niveau van een dochteronderneming van die groep worden uitgevoerd en dat een document wordt opgesteld dat op alle beoordelingen betrekking heeft.
8.
Indien de verzekeringsverzekeringsgroep gebruik maakt van de mogelijkheid, bedoeld in het zevende lid, wordt het document, bedoeld in het zevende lid, tegelijkertijd aan alle betrokken toezichthoudende instanties gestuurd.