HR 20 januari 1987, NJB 1987, 120; HR 6 december 2005, NJ 2006, 162 (tweede cassatiemiddel); HR 3 februari 2015, ECLI:2015:202.
HR, 01-11-2016, nr. 15/00954
ECLI:NL:HR:2016:2490
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
01-11-2016
- Zaaknummer
15/00954
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2016:2490, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑11‑2016; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1055, Gevolgd
ECLI:NL:PHR:2016:1055, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑09‑2016
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2016:2490, Gevolgd
- Vindplaatsen
SR-Updates.nl 2016-0407
Uitspraak 01‑11‑2016
Inhoudsindicatie
Slagende bewijsklacht t.a.v. drie woninginbraken. Korte tijd na de diefstallen met braak worden gestolen goederen en inbrekerswerktuig aangetroffen in een kamer van een woning waarin zich drie Roemeense mannen, onder wie verdachte, bevinden. Uit de bewijsvoering kan niet volgen dat het verdachte is geweest die de bewezenverklaarde gedragingen heeft verricht, nu het Hof niet meer heeft vastgesteld dan dat verdachte met anderen verbleef in het pand, waar een aantal van de gestolen voorwerpen is aangetroffen en waar een bahco is aangetroffen, die de werktuigsporen in de in de bewezenverklaring genoemde woningen heeft veroorzaakt. Het Hof heeft de bewezenverklaring in dat opzicht derhalve onvoldoende gemotiveerd. Samenhang met nr. 15/00945.
Partij(en)
1 november 2016
Strafkamer
nr. S 15/00954
SG
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 23 januari 2015, nummer 20/001816-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1976.
1. Geding in cassatie
Het beroep - dat blijkens de daarvan opgemaakte akte niet is gericht tegen de onderdelen van de tenlastelegging waarvan verdachte is vrijgesproken - is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J.J.J. van Rijsbergen, advocaat te Breda, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.J. Machielse heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het tweede middel
2.1.
Het middel klaagt dat de bewezenverklaring niet uit de bewijsvoering kan worden afgeleid.
2.2.1.
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
"1. hij in de periode van 12 november 2013 tot en met 13 november 2013 te Chaam, gemeente Alphen-Chaam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning ([a-straat 1]) heeft weggenomen
- twee iPads en
- twee laptops (merk Macbook en HP) en
- drie fotocamera's (met bijbehorende telelenzen) (merk Canon Eos 350d en Canon 430 Ex en Sony Cybershot) en
- een filmcamera (merk Sony) en
- een geldbedrag (ongeveer 650 euro) en
- een zilveren ring en
- twee zonnebrillen (merk Oakley en Guess) en
- een stuk gehoorbescherming en
- een navigatiesysteem (merk TomTom) en
- een spaarpot (met inhoud ongeveer 100 euro) en
- een damestas, kleur groen en
- een rugtas, kleur grijs (merk Trunk&Co) en
- een stemapparaat (merk Korg Korg Tm40) en
- een macbooktas en
- drie Apple laadsnoeren en
- een (extra) accu voor een fototoestel en
- een zonnekap voor een fototoestel en
- een flitser (merk Canon 430 Ex) en
- negen batterijen en
- een filmtas (met inhoud, Vanguard) en
- een acculader en
- een mp3-speler,
toebehorende aan [betrokkene 1], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak;
2. hij in de periode van 12 november 2013 tot en met 13 november 2013 te Chaam, gemeente Alphen-Chaam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning ([b-straat 1]) heeft weggenomen
- sleutels en
- twee laptops (merk HP en Levono) en
- twee verrekijkers (merk Leica en Swarovski) en
- een telescoop (merk Swarovski) en
- een portemonnee (met inhoud ongeveer 300 euro en pasjes en rijbewijs) en
- twee gsm's (merk Samsung, type Gio en Samsung N300) en
- een bodywarmer, kleur bruin en
- twee fotocamera's (merk Panasonic en Canon) en
- een filmcamera (merk Sony) en
- een batterij (merk Sony) en
- een filmtas, kleur zwart en
- een E-reader (merk Sony),
toebehorende aan [betrokkene 2], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak;
5. hij op 12 november 2013 te Bavel, gemeente Breda, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning ([c-straat 1]) heeft weggenomen
- twee gsm's, (merk iPhone en een Samsung Galaxy S) en
- een babyfoon (merk Alecto) met bijbehorend laadstation en
- een iPad met bijbehorende cover, kleur rood en
- MP3-speler (merk iPod Touch) en
- een damestas, kleur paars en
- een portemonnee, kleur rood en
- een geldbedrag (ongeveer 8 euro aan waarde op chipknip en 30 euro in contanten en 7 euro aan waarde op chipknip) en
- een cheque en
- vier waarde/cadeaubonnen en
- twee rijbewijzen en
- een lipverzorgingsproduct en
- een pincet (merk tweezerman) en
- een laadsnoer voor iPhone,
toebehorende aan [betrokkene 3], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak."
2.2.2.
De inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen is in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 3.3 als volgt omschreven:
"Deze bewijsmiddelen bevatten de aangiftes, het relaas van het technisch-forensisch onderzoek en processen-verbaal met betrekking tot de gang van zaken die leidde tot het aantreffen van de gestolen voorwerpen op een kamer aan de [d-straat 1] te Tilburg. In die kamer bevonden zich vier Roemeense mannen die zijn aangehouden. Het forensisch onderzoek toonde aan dat met een eveneens in die kamer gevonden bahcosleutel de cilindersloten van de woningen waar is ingebroken zijn geforceerd. Tevens is de verklaring van verdachte, in eerste aanleg afgelegd, voor het bewijs gebezigd. Verdachte heeft daarin verklaard dat hij sinds drie dagen in Nederland was en gedurende die dagen in de woning aan de [d-straat 1] te Tilburg is geweest en daar ook sliep."
2.2.3.
Het Hof heeft - voor zover hier van belang - ten aanzien van de bewezenverklaring voorts het volgende overwogen:
"Bespreking van het verweer strekkende tot vrijspraak vanwege het gebrek aan voldoende bewijs.
De verdediging heeft ten verweer betoogd dat verdachte van de onder 1, 2 en 5 ten laste gelegde woninginbraken moet worden vrijgesproken.
Daartoe is (kort gezegd) aangevoerd dat verdachte iedere betrokkenheid bij de inbraken ontkent en zijn medeverdachten niet belastend over hem hebben verklaard. Bovendien hebben het sporenonderzoek, het DNA-onderzoek, het onderzoek aan de telefoongegevens en het onderzoek aan de camerabeelden geen voor de verdachte belastend bewijs opgeleverd. Als laatste heeft ook niemand verklaard verdachte te hebben zien inbreken.
Het hof overweegt als volgt.
Uit de hiervoor genoemde bewijsmiddelen blijkt:
- dat in gedurende de dagen 11, 12 en 13 november 2013 is ingebroken in de woningen aan de [a-straat 1] te Chaam (feit 1), aan de [b-straat 1] te Chaam (feit 2) en aan de [c-straat 1] te Bavel (feit 5) en dat uit deze woningen een groot aantal goederen is weggenomen;
- dat een deel van die weggenomen goederen op 13 november 2013 door de politie is aangetroffen in het pand aan de [d-straat 1] te Tilburg, alzo betrekkelijk korte tijd nadat deze goederen waren weggenomen uit de hiervoor genoemde woningen;
- dat verdachte eveneens op 13 november 2013 door de politie is aangetroffen in dat pand, in de nabijheid van verschillende goederen die afkomstig bleken te zijn uit de hiervoor genoemde woningen;
- dat verdachte voor zijn aanhouding sinds 3 dagen in Nederland was en toen in de woning aan de [d-straat 1] verbleef, waar hij ook sliep.
Voorts is tijdens het sporenonderzoek in de woning aan de [d-straat 1], de woning waar verdachte verbleef, een verstelbare schroefsleutel (bahco) aangetroffen en veiliggesteld. Bij de verschillende sporenonderzoeken in de bij de onderhavige feiten betrokken woningen zijn werktuigsporen veiliggesteld en in beslaggenomen. Deze veiliggestelde bahco en werktuigsporen zijn vervolgens onderworpen aan een vergelijkend werktuigsporenonderzoek. Op grond van dat onderzoek is geconcludeerd dat de werktuigsporen door de bahco zijn veroorzaakt.
Op grond van al het voorgaande, in onderlinge samenhang beschouwd, komt het hof tot de slotsom dat het niet anders kan zijn dan dat het verdachte is geweest die de woninginbraken, ten laste gelegd onder 1, 2, 5 en 9, heeft gepleegd.
Hetgeen de raadsman voor het overige nog heeft aangevoerd kan daaraan niet afdoen.
Het hof verwerpt het verweer."
2.3.
Uit de hiervoor weergegeven bewijsvoering kan niet volgen dat het de verdachte is geweest die de onder 1, 2 en 5 bewezenverklaarde gedragingen heeft verricht, nu het Hof te dien aanzien niet meer heeft vastgesteld dan dat de verdachte, met anderen, verbleef in het pand waar een aantal van de gestolen voorwerpen is aangetroffen en waar een bahco is aangetroffen die de werktuigsporen in de in de bewezenverklaring genoemde woningen heeft veroorzaakt. Het Hof heeft de bewezenverklaring in dat opzicht derhalve onvoldoende gemotiveerd, zodat het middel doel treft.
3. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak - voor zover aan het oordeel van de Hoge Raad onderworpen - niet in stand kan blijven, het eerste middel geen bespreking behoeft en als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak - voor zover aan zijn oordeel onderworpen -;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof s-Hertogenbosch, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en E.F. Faase, in bijzijn van de waarnemend griffier L. Nuy, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 november 2016.
Conclusie 20‑09‑2016
Inhoudsindicatie
Slagende bewijsklacht t.a.v. drie woninginbraken. Korte tijd na de diefstallen met braak worden gestolen goederen en inbrekerswerktuig aangetroffen in een kamer van een woning waarin zich drie Roemeense mannen, onder wie verdachte, bevinden. Uit de bewijsvoering kan niet volgen dat het verdachte is geweest die de bewezenverklaarde gedragingen heeft verricht, nu het Hof niet meer heeft vastgesteld dan dat verdachte met anderen verbleef in het pand, waar een aantal van de gestolen voorwerpen is aangetroffen en waar een bahco is aangetroffen, die de werktuigsporen in de in de bewezenverklaring genoemde woningen heeft veroorzaakt. Het Hof heeft de bewezenverklaring in dat opzicht derhalve onvoldoende gemotiveerd. Samenhang met nr. 15/00945.
Nr. 15/00954
Mr. Machielse
Zitting 20 september 2016 (bij vervroeging)
Conclusie inzake:
[verdachte]
1. Het gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft verdachte op 23 januari 2015 voor 1, 2 en 5, telkens: Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van negen maanden.
2. Verdachte heeft cassatie doen instellen en mr. J.J.J. van Rijsbergen, advocaat te Breda, heeft een schriftuur ingezonden houdende twee middelen van cassatie.
3.1. Het tweede middel klaagt dat het bewijs voor de woninginbraken niet uit de bewijsvoering in het arrest kan volgen.
3.2. Het hof heeft bewezenverklaard dat
“1. hij in de periode van 12 november 2013 tot en met 13 november 2013 te Chaam, gemeente Alphen-Chaam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning ([a-straat 1]) heeft weggenomen
- twee iPads en
- twee laptops (merk Macbook en HP) en
- drie fotocamera’s (met bijbehorende telelenzen) (merk Canon Eos 350d en Canon 4 en Sony Cybershot) en
- een filmcamera (merk Sony) en
- een geldbedrag (ongeveer 650 euro) en
- een zilveren ring en
- twee zonnebrillen (merk Oakley en Guess) en
- een stuk gehoorbescherming en
- een navigatiesysteem (merk TomTom) en
- een spaarpot (met inhoud ongeveer 100 euro) en
- een damestas, kleur groen en
- een rugtas, kleur grijs (merk Trunk&Co) en
- een stemapparaat (merk Korg Korg Tm40) en
- een macbooktas en
- drie Apple laadsnoeren en
- een (extra) accu voor een fototoestel en
- een zonnekap voor een fototoestel en
- een flitser (merk Canon 430 Ex) en
- negen batterijen en
- een filmtas (met inhoud, Vanguard) en
- een acculader en
- een mp3-speler,
toebehorende aan [betrokkene 1], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak;
2. hij in de periode van 12 november 2013 tot en met 13 november 2013 te Chaam, gemeente Alphen-Chaam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning ([b-straat 1]) heeft weggenomen
- sleutels en
- twee laptops (merk HP en Levono) en
- twee verrekijkers (merk Leica en Swarovski) en
- een telescoop (merk Swarovski) en
- een portemonnee (met inhoud ongeveer 300 euro en pasjes en rijbewijs) en
- twee gsm’s (merk Samsung, type Gio en Samsung N300) en
- een bodywarmer, kleur bruin en
- twee fotocamera’s (merk Panasonic en Canon) en
- een filmcamera (merk Sony) en
- een batterij (merk Sony) en
- een fïlmtas, kleur zwart en
- een E-reader (merk Sony),
toebehorende aan [betrokkene 2], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak;
5. hij op 12 november 2013 te Bavel, gemeente Breda, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning ([c-straat 1]) heeft weggenomen
- twee gsm’s, (merk iPhone en een Samsung Galaxy S) en
- een babyfoon (merk Alecto) met bijbehorend laadstation en
- een iPad met bijbehorende cover, kleur rood en
- MP3-speler (merk iPod Touch) en
- een damestas, kleur paars en
- een portemonnee, kleur rood en
- een geldbedrag (ongeveer 8 euro aan waarde op chipknip en 30 euro in contanten en 7 euro aan waarde op chipknip) en
- een cheque en
- vier waarde/cadeaubonnen en
- twee rijbewijzen en
- een lipverzorgingsproduct en
- een pincet (merk tweezerman) en
- een laadsnoer voor iPhone,
toebehorende aan [betrokkene 3], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft middel van braak.”
3.3. Het hof heeft het bewijs doen rusten op de in de bijlage bij het verkorte arrest opgenomen bewijsmiddelen. Deze bewijsmiddelen bevatten de aangiftes, het relaas van het technisch-forensisch onderzoek en processen-verbaal met betrekking tot de gang van zaken die leidde tot het aantreffen van de gestolen voorwerpen op een kamer aan de [d-straat 1] te Tilburg. In die kamer bevonden zich vier Roemeense mannen die zijn aangehouden. Het forensisch onderzoek toonde aan dat met een eveneens in die kamer gevonden bahcosleutel de cilindersloten van de woningen waar is ingebroken zijn geforceerd. Tevens is de verklaring van verdachte, in eerste aanleg afgelegd, voor het bewijs gebezigd. Verdachte heeft daarin verklaard dat hij sinds drie dagen in Nederland was en gedurende die dagen in de woning aan de [d-straat 1] te Tilburg is geweest en daar ook sliep. Voorts heeft het hof in zijn verkorte arrest de volgende bewijsoverwegingen opgenomen:
“Bespreking van het verweer strekkende tot vrijspraak vanwege het gebrek aan voldoende bewijs.
De verdediging heeft ten verweer betoogd dat verdachte van de onder 1, 2 en 5 ten laste gelegde woninginbraken moet worden vrijgesproken.
Daartoe is (kort gezegd) aangevoerd dat verdachte iedere betrokkenheid bij de inbraken ontkent en zijn medeverdachten niet belastend over hem hebben verklaard. Bovendien hebben het sporenonderzoek, het DNA-onderzoek, het onderzoek aan de telefoongegevens en het onderzoek aan de camerabeelden geen voor de verdachte belastend bewijs opgeleverd. Als laatste heeft ook niemand verklaard verdachte te hebben zien inbreken.
Het hof overweegt als volgt.
Uit de hiervoor genoemde bewijsmiddelen blijkt:
■ dat in gedurende de dagen 11, 12 en 13 november 2013 is ingebroken in de woningen aan de [a-straat 1] te Chaam (feit 1), aan de [b-straat 1] te Chaam (feit 2) en aan de [c-straat 1] te Bavel (feit 5) en dat uit deze woningen een groot aantal goederen is weggenomen;
■ dat een deel van die weggenomen goederen op 13 november 2013 door de politie is aangetroffen in het pand aan de [d-straat 1] te Tilburg, alzo betrekkelijk korte tijd nadat deze goederen waren weggenomen uit de hiervoor genoemde woningen;
■ dat verdachte eveneens op 13 november 2013 door de politie is aangetroffen in dat pand, in de nabijheid van verschillende goederen die afkomstig bleken te zijn uit de hiervoor genoemde woningen;
■ dat verdachte voor zijn aanhouding sinds 3 dagen in Nederland was en toen in de woning aan de [d-straat 1] verbleef, waar hij ook sliep.
Voorts is tijdens het sporenonderzoek in de woning aan de [d-straat 1], de woning waar verdachte verbleef, een verstelbare schroefsleutel (bahco) aangetroffen en veiliggesteld. Bij de verschillende sporenonderzoeken in de bij de onderhavige feiten betrokken woningen zijn werktuigsporen veiliggesteld en in beslaggenomen. Deze veiliggestelde bahco en werktuigsporen zijn vervolgens onderworpen aan een vergelijkend werktuigsporenonderzoek. Op grond van dat onderzoek is geconcludeerd dat de werktuigsporen door de bahco zijn veroorzaakt.
Op grond van al het voorgaande, in onderlinge samenhang beschouwd, komt het hof tot de slotsom dat het niet anders kan zijn dan dat het verdachte is geweest die de woninginbraken, ten laste gelegd onder 1, 2, 5 en 9, heeft gepleegd. Hetgeen de raadsman voor het overige nog heeft aangevoerd kan daaraan niet afdoen.
Het hof verwerpt het verweer.”
3.4. Gegevens die rechtstreeks licht zouden kunnen werpen op de vraag of er een relatie bestond tussen verdachte en de aangetroffen voorwerpen en zo ja, wat de aard van die relatie zou zijn, zijn aan de gebezigde bewijsmiddelen niet te ontlenen. Wat enkel blijkt is dat de buit van de inbraken zich bevond in dezelfde kamer als waar verdachte al gedurende enige dagen verblijf hield. Maar niet als enige. Ook al zou de relatie als "voorhanden hebben" kunnen worden geduid dan kan aan dat enkele voorhanden hebben van bij woninginbraken ontvreemde goederen niet zonder meer de conclusie worden verbonden dat verdachte die goederen ook door het plegen van de inbraken heeft verkregen.1.Zo is het gebruik van creditcards of bankpassen vrij kort na de diefstal daarvan nog onvoldoende om de diefstal toe te schrijven aan degene die zo een pas gebruikt.2.Die conclusie kan wel gerechtvaardigd zijn wanneer er nog andere feiten of omstandigheden kunnen worden aangewezen die ten aanzien van verdachte op zijn minst vragen oproepen. Die conclusie dient dan wel gemotiveerd te worden.3.Het aantreffen van de aan de woninginbraken te linken bahcosleutel is mijns inziens nog niet doorslaggevend omdat die bahcosleutel evenmin in een voldoende nauw verband met verdachte kan worden gebracht.4.
Het tweede middel lijkt mij gegrond te zijn.
4.1. Het eerste middel klaagt over schending van de redelijke termijn in de cassatiefase. Het cassatieberoep is op 6 februari 2015 ingesteld, maar het dossier is eerst ter griffie van de Hoge Raad ontvangen op 1 december 2015.
4.2. De in de schriftuur genoemde data zijn correct. De door de Hoge Raad op acht maanden gestelde inzendtermijn is met een maand en 25 dagen overschreden. Als de Hoge Raad het tweede middel gegrond bevindt kan het eerste middel onbesproken blijven.5.In het andere geval zal gegrondbevinding van het eerste middel moeten leiden tot een vermindering van de opgelegde straf.
5. Deze conclusie strekt tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof 's-Hertogenbosch teneinde op het bestaande beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
Voetnoten
Voetnoten Conclusie 20‑09‑2016
HR 13 oktober 2009, ECLI:2009:BJ3229; HR 2 juli 2013, ECLI:2013:128; HR 3 februari 2015, ECLI:2015:217. Idem voor het gebruik van een gestolen auto; HR 21 september 2010, ECLI:2010:BM9100. Het enkel gewag maken van incriminerende omstandigheden zonder deze in een motivering aan de diefstal te verbinden is door de HR ook wel onvoldoende bevonden: HR 27 september 2011, ECLI:2011:BR1121.
Te denken is dan aan het feit dat verdachte geen geloofwaardige verklaring kan of wil afleggen over de herkomst van bij hem aangetroffen voorwerpen; HR 19 februari 2013, ECLI:2013:BY0102; HR 9 april 2013, ECLI:2013:BZ6625.
Dat verband met gestolen motors kon wel duidelijk worden gelegd in HR 19 januari 2010, NJ 2010, 475 m.nt. Reijntjes.
HR 17 juni 2008, NJ 2008, 358 m.nt. Mevis, rov. 3.5.3.