NJB 2023/1885
Bevoegdheid heffingsambtenaar tot ambtshalve herziening. Object bezwaar na ambtshalve vermindering. Hoogte proceskostenvergoedingen motiveringsplicht.
HR 07-07-2023, ECLI:NL:HR:2023:1056
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 juli 2023
- Magistraten
Mrs. Koopman, Wortel, Boerlage, Cools, Van der Voort Maarschalk
- Zaaknummer
22/01074
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑07‑2023
ECLI:NL:HR:2023:1056, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑07‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:290, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑03‑2023
- Wetingang
(art. 30 Wet waardering onroerende zaken)
Essentie
Bevoegdheid heffingsambtenaar tot ambtshalve herziening. Object bezwaar na ambtshalve vermindering. Hoogte proceskostenvergoedingen motiveringsplicht.
Uitspraak
Hoge Raad, onder meer:
Bevoegdheid heffingsambtenaar
‘Beoordeling van de middelen
(…)
4.1.2
Om de redenen vermeld in de onderdelen 4.65 tot en met 4.69 van de conclusie van de Advocaat-Generaal is er geen beletsel om aan te nemen dat de aan de heffingsambtenaar toegekende bevoegdheid tot het geven van een WOZ-beschikking impliceert dat hij die beschikking bij gebleken onjuistheid ambtshalve kan herzien, mits de belanghebbende door die herziening niet wordt benadeeld. Het middel faalt voor zover het op een ander uitgangspunt berust.