RvdW 2011/628
Voorbedachte raad. HR: art.. 81 RO.
HR 26-04-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP8823
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 april 2011
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, C.H.W.M. Sterk
- Zaaknummer
10/03050
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
BP8823
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP8823, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑04‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP8823, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑03‑2011
Essentie
Voorbedachte raad. HR: art. 81 RO.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage van 22 juni 2010, nummer 22/006189-09, in de strafzaak tegen: [Verdachte]. Adv. mr. R.B.J.G. Baggen, te Arnhem.
Conclusie
Conclusie A-G mr. Jörg:
1.
Het gerechtshof te 's‑Gravenhage heeft bij arrest van 22 juni 2010 verzoeker wegens moord veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twintig jaren.
2.
Namens verzoeker heeft mr. R.B.J.G. Baggen, advocaat te Arnhem, bij schriftuur één middel van cassatie voorgesteld.
3.
Het middel klaagt dat de bewezenverklaarde voorbedachte raad niet uit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.