Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 2500/2001 betreffende financiële pretoetredingssteun voor Turkije
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 30-12-2001
- Bronpublicatie:
17-12-2001, PbEG 2001, L 342 (uitgifte: 27-12-2001, regelingnummer: 2500/2001)
- Inwerkingtreding
30-12-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2001, PbEG 2001, L 342 (uitgifte: 27-12-2001, regelingnummer: 2500/2001)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
1.
Voor elk programma of project kan van de ontvangers van de steun een financiële bijdrage worden gevraagd. Deze bijdrage is afhankelijk van de aard van het programma of project. In uitzonderlijke gevallen, voor op de ontwikkeling van de burgermaatschappij gerichte programma's of projecten, is een bijdrage in natura mogelijk.
2.
De steun wordt gebruikt voor uitgaven die betrekking hebben op ondersteuning van de programmering, communicatie- en voorlichtingsactiviteiten, en toezicht, inspecties, financiële controle en evaluatie met betrekking tot de programma's en projecten.
3.
De Commissie neemt gedetailleerde bepalingen aan betreffende voorlichting en publiciteit teneinde zeker te stellen dat Gemeenschapsmiddelen voor bij deze verordening gefinancierde maatregelen duidelijk zichtbaar zijn.
4.
De steun kan afzonderlijk of in de vorm van cofinancieringen met lidstaten, de Europese Investeringsbank, derde landen of multilaterale organen worden verstrekt.
5.
Er kan worden gezocht naar geschikte gelegenheden voor het opzetten van cofinancieringen met andere donors en vooral de lidstaten.
6.
De Gemeenschap kan bijdragen in de kosten die betrekking hebben op het beheer van de steun.
7.
De Commissie zorgt samen met de lidstaten voor een degelijke coördinatie met de andere betrokken geldverschaffers, met name de EIB.