Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/794 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol)
Artikel 5 Deelname aan gemeenschappelijke onderzoeksteams
Geldend
Geldend vanaf 13-06-2016
- Bronpublicatie:
11-05-2016, PbEU 2016, L 135 (uitgifte: 24-05-2016, regelingnummer: 2016/794)
- Inwerkingtreding
13-06-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-05-2016, PbEU 2016, L 135 (uitgifte: 24-05-2016, regelingnummer: 2016/794)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Privacy / Internationaal gegevensverkeer
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Openbare orde en veiligheid / Terrorismebestrijding
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
Personeelsleden van Europol kunnen deelnemen aan de activiteiten van gemeenschappelijke onderzoeksteams die zich bezighouden met criminaliteit die onder de doelstellingen van Europol valt. De overeenkomst tot oprichting van een gemeenschappelijk onderzoeksteam bepaalt de voorwaarden waaronder het personeel van Europol aan de activiteiten van het team deelneemt en bevat informatie betreffende de aansprakelijkheidsregels.
2.
Het personeel van Europol kan, binnen de grenzen van het nationale recht van de lidstaten waar een gemeenschappelijk onderzoeksteam optreedt, medewerking verlenen bij alle activiteiten en informatie-uitwisselingen met alle leden van het gemeenschappelijke onderzoeksteam.
3.
Personeelsleden van Europol die deelnemen aan een gemeenschappelijk onderzoeksteam kunnen, in overeenstemming met deze verordening, alle leden van het team de nodige, door Europol verwerkte informatie verstrekken ten behoeve van de in artikel 18, lid 2, genoemde doelstellingen. Tegelijk stelt Europol de nationale eenheden van de lidstaten die aan het team deelnemen alsook de lidstaten die de informatie verstrekt hebben, hiervan in kennis.
4.
Informatie die door een personeelslid van Europol als deelnemer aan een gemeenschappelijk onderzoeksteam is verkregen, kan met instemming en onder de verantwoordelijkheid van de lidstaat die de informatie heeft verstrekt onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden door Europol worden verwerkt ten behoeve van de in artikel 18, lid 2, genoemde doelstellingen.
5.
Wanneer Europol reden heeft om aan te nemen dat de oprichting van een gemeenschappelijk onderzoeksteam meerwaarde heeft voor een onderzoek, kan het de betrokken lidstaten hiertoe een voorstel doen en deze lidstaten bijstaan bij het oprichten van het gemeenschappelijk onderzoeksteam.