NJFS 2022/58
Overlevering; Rechtbank maakt geen gebruik van facultatieve weigeringsgrond wegens ‘ne bis in idem’.
Rb. Amsterdam 06-07-2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:3511
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
6 juli 2021
- Magistraten
Mrs. A.K. Glerum, J.A.A.G. de Vries, N.M. van Waterschoot
- Zaaknummer
13/751266-20
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Internationaal strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBAMS:2021:3511, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 06‑07‑2021
ECLI:NL:RBAMS:2020:6229, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 07‑12‑2020
- Wetingang
Essentie
Overdracht van strafvervolging. Overlevering. Rechtbank maakt geen gebruik van facultatieve weigeringsgrond wegens ‘ne bis in idem’.
Samenvatting
De opgeëiste persoon is in Iran reeds vervolgd voor het merendeel van de feiten waarvoor Duitsland thans een EAB heeft uitgevaardigd en heeft het grootste deel van de aan hem opgelegde straf uitgezeten. Art. 9 OLW behelst een facultatieve weigeringsgrond voor een feit ter zake waarvan een onherroepelijke beslissing door een rechter van een derde land is genomen. Onder meer nu de opgeëiste persoon in Iran is vrijgesproken van een in Duitsland gepleegde verkrachting van zijn levensgezellin, omdat dit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.