NJB 2022/2266:Hetzelfde feit i.d.z.v. art. 68 Sr en art. 243 lid 2 Sv jo art. 255 lid 1 Sv: daarvan is in casu geen sprake, aangezien er een aanzienlijk verschil bestaat tussen de aard en ernst van enerzijds feiten die aanleiding kunnen geven tot de oplegging van verzuimboetes ingevolge art. 67c lid 1 AWR en anderzijds op art. 69a lid 1 AWR toegesneden feiten. Dat komt onder meer tot uitdrukking in het in art. 69a lid 1 AWR neergelegde opzetvereiste en in de in art. 69a lid 1 AWR genoemde maximale straffen, waaronder een gevangenisstraf van maximaal zes jaren.