Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 3
Artikel 258 [Einde en afstand pandrecht]
Geldend
Geldend vanaf 30-06-2004
- Bronpublicatie:
13-05-2004, Stb. 2004, 210 (uitgifte: 25-05-2004, kamerstukken: 28197)
- Inwerkingtreding
30-06-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-06-2004, Stb. 2004, 285 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Zekerheidsrechten
1.
Wanneer een in pand gegeven goed als bedoeld in artikel 236 lid 1 in de macht van de pandgever komt, eindigt het pandrecht, tenzij het met toepassing van artikel 237 lid 1 werd gevestigd.
2.
Afstand van een pandrecht kan geschieden bij enkele overeenkomst, mits van de toestemming van de pandhouder uit een schriftelijke of elektronische verklaring blijkt. Indien van de toestemming uit een elektronische verklaring blijkt, is artikel 227a lid 1 van Boek 6 van overeenkomstige toepassing.