Burgerlijk Wetboek Boek 3
Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 3:Artikel 236 [Vestiging vuistpand]
Burgerlijk Wetboek Boek 3
Artikel 236 [Vestiging vuistpand]
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 01-01-1992
1.
Pandrecht op een roerende zaak, op een recht aan toonder of order, of op het vruchtgebruik van een zodanige zaak of recht, wordt gevestigd door de zaak of het toonder- of orderpapier te brengen in de macht van de pandhouder of van een derde omtrent wie partijen zijn overeengekomen. De vestiging van een pandrecht op een recht aan order of op het vruchtgebruik daarvan vereist tevens endossement.
2.
Op andere goederen wordt pandrecht gevestigd op overeenkomstige wijze als voor de levering van het te verpanden goed is bepaald.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.